Met de input van zowel het team als je doelgroep kan je in kaart brengen hoe vaak grensoverschrijdend gedrag (pesten, agressie, seksueel) in jouw organisatie voorkomt en wat beleidsnoden zijn.
Deze vragenlijsten geven een organisatiebreed antwoord op deze vragen:
De vragenlijst invullen duurt telkens ongeveer een tiental minuutjes.
Ze vormen een sterke meerwaarde, vertrekkende vanuit het idee dat beleid veel effectiever is als het aansluit bij de noden van zowel medewerker als doelgroep.
Wil je kort de noden in kaart brengen? Toets af bij je organisatie welke vragen uit de vragenlijst de meest relevante vragen zijn om te stellen aan het ganse team, bijvoorbeeld tijdens een ‘startvorming’.
Bevraag die dan via Mentimeter of een andere online tool.
Relevante vragen kunnen zijn:
Hoe analyseer je de antwoorden op de open vragen?
Beleid heeft veel meer slaagkans als het aansluit bij de noden van het team. Daarom werd er expliciet bevraagd wat de noden zijn.
Op het einde kan je suggesties uit de bevraging formuleren in functie van de noden: ”Uit de bevraging merken wij dat… Daarom suggereren wij…”
Bekijk de ruwe data en trek die eventueel in een overzicht, afhankelijk van de tool waarmee je werkt (SurveyMonkey, Smartschool, Google Forms, …).
Kijk bij de gesloten vragen per vraag/stelling na hoeveel keer iemand een antwoord heeft aangeduid. Er zijn namelijk heel wat gesloten vragen met meerkeuzeantwoorden.
Interpreteer de aantallen in functie van de gestelde vraag. Vergelijk de aantallen met elkaar.
Lijst bij de open vragen de antwoorden op en kijk of er antwoorden meerdere keren voorkomen, turf deze. Nadien kan je bij de geturfde antwoorden kijken of je noden uit de intake terugvindt (zie stap 1).
Maak een kolom met de succesvolle en minder succesvolle acties. Koppel de succesvolle acties aan elkaar. Maak een overzicht met de minder succesvolle acties.
Dit is natuurlijk subjectief en kan later nog dieper doorgrond worden.
Probeer conclusies te formuleren uit de antwoorden: wat komt regelmatig terug? Wat valt je op?
Vergelijk de resultaten van de medewerker- en doelgroepbevraging: Wat komt overeen? Waar is een tegenstelling? Wat valt je op?
Vergelijk de noden van het voorbereidende gesprek met de noden die uit de bevraging voorkomen. Komen de noden overeen? Wat valt op?
Komen er nieuwe noden aan bod, benoem die ook duidelijk bij de suggesties.
Formuleer je suggesties van het beleidstraject in functie van de noden: "Uit de bevraging merken wij dat... Daarom suggereren wij..."
Ideeën voor suggesties vind je bij de aanbevelingen van de quickscan. Noteer alles in je eigen beleidsplan.