Aan de hand van tien stellingen krijg je zicht op de stand van zaken en, afhankelijk van het antwoord, een aanbeveling, met links naar hoe je zo’n aanbeveling uitvoert.

Werken aan een positief klimaat

1

Mijn organisatie heeft een visie op bevorderen van gewenst gedrag en omgaan met grensoverschrijdend gedrag

We beschrijven gewenst en ongewenst gedrag, waarden en basisprincipes en geven een beeld van de gewenste situatie. De visie geeft focus en richting aan gedrag.

2

Mijn organisatie heeft afspraken over gewenst gedrag

We beschrijven in regels en afspraken hoe we verwachten dat mensen met elkaar leven, spelen, werken en hun seksualiteit beleven.

Voorkom grensoverschrijdend gedrag

3

Mijn organisatie spoort risico’s op van grensoverschrijdend gedrag

We onderzoeken en signaleren risico's van werkomgevingen, taken en momenten. Bijvoorbeeld tijdens een vergadering, met een tevredenheidsmeting, door incidenten te melden en registreren of met een risicoanalyse.

4

Mijn organisatie heeft een plan om gewenst gedrag te bevorderen en grensoverschrijdend gedrag te voorkomen

We nemen maatregelen om het welbevinden, de manier van omgaan met elkaar en de algemene sfeer positief te beïnvloeden. Bijvoorbeeld met aantrekkelijke activiteiten, respectvol omgaan met privacy, benoemen wat op seksueel vlak mogelijk is,...  

We nemen zoveel mogelijk aanleidingen, frustraties en risico’s weg.  Bijvoorbeeld met een veilige infrastructuur, richtlijnen voor moeilijke gesprekken, wachttijden inperken… 

We bewaren het overzicht en nemen alle maatregelen op in een plan: wie doet wat, wanneer en hoe? 

5

Mijn organisatie legt de taken en verantwoordelijkheden rond dit thema vast

We leggen taken en verantwoordelijkheden vast en vergroten zo de kans om het beleid uit te voeren. Bijvoorbeeld met een aanspreekpersoon integriteit, agressiecoach, werkgroep seksualiteit, intimiteitscoach, … We verduidelijken de rol en de link van en met de vertrouwenspersoon, preventieadviseur, ...

6

Mijn organisatie organiseert vorming rond dit thema

Iedereen krijgt vorming rond dit thema. Bijvoorbeeld over nieuwe autoriteit, omgaan met agressie, omgaan met pesten, sexting, seksueel grensoverschrijdend gedrag, …

Reageer gepast op incidenten

7

Mijn organisatie geeft richtlijnen om te reageren op een incident

Iedereen weet wat hij kan, mag en moet doen bij een incident. Bijvoorbeeld met tips, een protocol of een reactiewijzer.

8

Mijn organisatie zorgt voor betrokkenen en omstaanders na een incident

Iemand die grensoverschrijdend gedrag meemaakt of daar getuige van is, heeft recht op opvang en nazorg. We erkennen de impact van een incident en ondersteunen de getroffene om het incident te verwerken. 

9

Mijn organisatie zorgt voor herstel na een incident

We brengen het communicatieproces op gang tussen wie grensoverschrijdend gedrag stelt en wie het onderging. Met als doel: herstel van de emotionele, materiële of relationele schade.

10

Mijn organisatie leert uit incidenten

Bespreek en analyseer incidenten met je team. Zo achterhaal je oorzaken en kan je nagaan hoe je de kans op herhaling verkleint. Pas eventueel procedures aan.