Na een incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG) kan je, als begeleider, extra ondersteuning bieden aan de verschillende betrokkenen om het verwerkingsproces op te volgen en het risico op recidive te verminderen en te beheersen.
Maak steeds een verslag van de afgelegde stappen in de begeleiding. Dit kan in het sociaal dossier, of aan de hand van het handelingsprotocol voor de asielsector.
Een pleger is in deze context een persoon die over de grens ging. Een pleger kan tegelijkertijd ook slachtoffer zijn indien er ook over de eigen grens gegaan werd.
De term ‘pleger’ geeft echter vaak een zware bijklank. In het geval van licht grensoverschrijdend gedrag benoem je best de naam van de persoon (of initialen indien men de privacy dient te bewaren) of ‘de persoon die over de grens ging’.
In de begeleiding van plegers ligt de focus niet op het sanctionerende maar vertrekken we vanuit de nood aan het leren van kennis en/of vaardigheden om in de toekomst gepaster om te gaan met gelijkaardige situaties.
Mogelijke leernoden kunnen zijn:
Als begeleider kan je zoekende zijn om iemand hierin te begeleiden. Maak zeker gebruik van de wegwijzer indien het nodig is extern door te verwijzen (link naar …). Houd er echter rekening mee dat niet elke dienst expertise heeft in het werken met nieuwkomers.
Elke persoon die over een grens gegaan is, van licht tot ernstig grensoverschrijdend gedrag, is gebaat bij enkele sessies psycho-educatie, die taak kan je als begeleider in het opvangcentrum opnemen.
Op deze pagina's vind je enkele suggesties voor psycho-educatieve oefeningen met kinderen, jongeren en volwassenen.
Afhankelijk van de beschikbare tijd en middelen, kan je verschillende sessies inplannen.
Een mogelijke opbouw:
Indien je minder tijd ter beschikking hebt, kan je ook enkele oefeningen afzonderlijk gebruiken.
Een slachtoffer is de persoon wiens grens werd overschreden.
Als begeleider kan je zoekende zijn om iemand hierin te begeleiden. Maak zeker gebruik van een wegwijzer indien het nodig is extern door te verwijzen. Houd er echter rekening mee dat niet elke dienst expertise heeft in het werken met nieuwkomers.
Elke persoon wiens grens werd overschreden, van licht tot ernstig grensoverschrijdend gedrag, is gebaat bij een gesprek. Die taak kan je als begeleider in het opvangcentrum opnemen.
In gesprekken met slachtoffers staat het bieden van een luisterend oor centraal.
Start niet meteen met het op tafel leggen van een oplossing of aanbod, maar laat vooral de bewoner zelf vertellen.
Volgende vragen kunnen je helpen om het gesprek richting te geven:
Een getuige heeft het incident gezien, maar is niet inhoudelijk betrokken, ook niet bij de aanleiding of oorzaak ervan.
Bij een incident wordt er vaak met getuigen gesproken opdat begeleiding een goed beeld krijgt op het gebeurde. Dit gesprek beperkt zich vaak tot het bevragen van de feiten.
Het is aangewezen na het voorval nog een keer in gesprek te gaan met de getuige waarbij je polst naar de impact van het gebeurde op de getuige.
Herhaal na ongeveer twee tot drie weken dit gesprek, waarbij je opnieuw peilt naar de impact van het gebeurde. Uit onderzoek naar trauma blijkt dat het na twee tot drie weken opnieuw bespreekbaar maken van het grensoverschrijdend gedrag, helpt om het gebeurde te werken.
Volgende vragen kan je stellen in het gesprek: