Inschatten seksueel grensoverschrijdend gedrag

Bij een incident met kinderen, jongeren of volwassenen met een beperking beginnen we altijd met de vraag wat het incident ons over hen vertelt. Wat zijn met andere woorden de onderliggende leernoden?

Daarna schatten we de ernst van de grensoverschrijding in aan de hand van het Vlaggensysteem. Dat doen we door eerst de criteria te checken en vervolgens met de meeweegfactoren na te gaan of er verzachtende of verzwarende omstandigheden kunnen spelen.

De belangrijkste factor hierbij is de mate waarin de initiatiefnemer zelf kan inschatten wat de gevolgen van zijn gedrag zullen zijn.

Er is een groot verschil tussen:

  • een vrouw met verstandelijke beperkingen die naaktfoto’s van haar vriend naar haar hele familie stuurt omdat ze zo fier is op hem;
  • een vrouw met verstandelijke beperkingen die naaktfoto’s van haar ex rondstuurt met de bedoeling hem schade te berokkenen.

Voor het slachtoffer zijn de gevolgen hetzelfde. Maar we hebben een ander type ‘pleger’. De eerste dame heeft andere leernoden dan de tweede. De tweede situatie is ernstiger dan de eerste.

Een andere belangrijke factor is herhaling van het gedrag. In het Sensoa Vlaggensysteem betekent dit dat de vlag een kleur opschuift. Bij personen met een beperking is dit niet automatisch het geval. De vlag schuift alleen op als we zeker weten dat de grens correct is gegeven en dat de persoon die grens begrepen heeft.

In het andere geval blijft de vlag en ook de reactie hetzelfde. Mensen met een beperking leren het best als de reactie telkens dezelfde is.

Reageren op seksueel grensoverschrijdend gedrag

In de reactie op een incident met seksueel grensoverschrijdend gedrag vertrekken we vanuit de leernoden van de persoon met een beperking. Wat moet deze persoon leren?

Het is van cruciaal belang om in je reactie aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van de persoon. Houd rekening met zijn niveau van verstandelijke en emotionele ontwikkeling.

Het is de bedoeling dat de persoon leert uit de gemaakte fouten en dat lukt niet als er geen aansluiting is bij zijn niveau.

Het kan ook inspireren om te onderzoeken hoe deze persoon leert op andere terreinen. Hoe leert een leerling met autisme omgaan met zijn agressief gedrag? Wat kan er van deze aanpak geleerd worden en aangepast worden naar het trainen van aanvaardbaar omgaan met seksuele noden?

Bij erg jonge kinderen of mensen met een zeer jong ontwikkelingsniveau moet je vaak werken met hypothesen over de achterliggende noden. De cliënt kan het niet onder woorden brengen en je bepaalt als team de veronderstelde leernoden.

Op basis van die hypothesen werk je een aanpak uit. Als die aanpak echt niet aanslaat moet je je bezinnen over de gebruikte hypothesen. Mogelijk zijn die niet correct en dan begin je best opnieuw.