Patiënten drukken niet op een seksuele pauzeknop

Mensen zijn seksuele wezens, ook in de zorg. Seksuele aanrakingen, gevoelens, ervaringen, relaties, gedachten, en fantasieën blijven belangrijk voor de levenskwaliteit. Het hebben van goede intieme relaties beschermt mensen.

In de zorg is het daarom belangrijk om ook oog te hebben voor die betekenisvolle relaties en patiënten te helpen deze relaties te onderhouden en ontwikkelen.

Mensen die voor kortere of langere tijd hun privéwoning moeten achterlaten en worden opgevangen in een residentiële context, laten hun seksuele beleving en identiteit niet achter.

Al te vaak wordt nog gedacht dat mensen omdat ze ziek zijn op een pauzeknop kunnen drukken en seksuele behoeften en gewoontes in de ijskast kunnen zetten.

Zeker bij lange residentiële zorg zou er aandacht moeten zijn voor het seksuele en voor de invloed van de zorgsituatie op de seksuele gezondheid.

Extra kwetsbaar

Mensen in de psychiatrie zijn extra kwetsbaar voor seksueel grensoverschrijdend gedrag door derden en door hulpverleners.

Nochtans hebben mensen in de psychiatrie in wezen dezelfde behoeften als mensen zonder psychische problemen zoals fysieke nabijheid en knuffelen, psychische nabijheid (geborgenheid, genegenheid), maar hebben zij het vaak moeilijker om een goed seks- of liefdesleven te realiseren.

Risicofactoren hangen bij hen ook samen met hun psychische aandoening

Ze kunnen sneller angstig of achterdochtig zijn en beperkingen ervaren in hun sociale inzicht. Het onderhouden van seksuele relaties kan moeilijker verlopen door bijvoorbeeld het gebrek aan energie, somberheid of emotionele vlakheid.

Een deel van de risicofactoren hangen samen met de behandeling

Zo kan medicatiegebruik bepaalde bijwerkingen veroorzaken, zoals libidoverlies, erectieproblemen, ejaculatie- of orgasmestoornissen.

Invloed medicatiegebruik op het zelfbeeld

Duizeligheid, sufheid, en gewichtstoename hebben bovendien invloed op het zelfbeeld en op de therapietrouw.

Mensen met psychische problemen

Mensen met psychische problemen hebben vaker in hun verleden te maken gehad met traumatische ervaringen zoals seksueel misbruik.

Zij ontwikkelen later in hun leven vaak een posttraumatische stresstoornis (PTSS) en hebben een grotere kans om opnieuw slachtoffer te worden van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Specifieke vraagstukken

Specifieke vraagstukken rond seksualiteit gaan in de sector vaak over privacy, hoe streven naar positieve seksualiteit, hoe beleid maken (specifiek voor de psychiatrische context) en hoe veiligheid installeren en behouden voor iedereen.

Hoe organiseer je privacy?

  • Is er privétijd en –ruimte om zich als individu of als paar even terug te trekken?
  • Hoe organiseer je dat op een manier dat ook medepatiënten niet ongewenst geconfronteerd worden met intieme informatie of seksueel gedrag?
  • Hoe hou je die plaatsen veilig voor iedereen?

Lees:

Hoe streef je terug naar positieve seksualiteit?

  • Hoe evolueer je van ‘wat je deed is strafbaar’ naar gezonde seksualiteit? Hoe organiseer je seksualiteit binnen afdelingen die werken met seksuele daders?
  • Hoe kan je de basisbehoeften invullen, zodat men niet op zoek gaat naar een ongezonde invulling?
  • Tijdens groepssessies werken we over slachtofferempathie, kwaliteit van leven, de delictketen, maar niet over seksualiteit. En als we het bespreken, gaat het vaak over waar het misliep. Hoe kunnen we werken rond gezonde seksualiteit?

Hoe maak je beleid, specifiek voor de psychiatrische context?

  • “Vaak is er geen visie of beleid rond seksualiteit. Als er wel een is, is die vaak christelijk geïnspireerd en niet meer conform de huidige manier van kijken naar seksualiteit, waar waarschijnlijk het taboe extra in de verf wordt gezet.”
  • “Hoe werk je op het kruispunt van seksuele plegers en een verstandelijke beperking?” Bijvoorbeeld: een voorziening voor verstandelijk beperkte personen. Een begeleider ontdekt kinderporno op de USB-stick van de patiënt. Wat nu? Moeten we dit melden aan de politie? Wat zijn de alternatieven voor die persoon met een beperking? Hoe ga je hierover in gesprek? Welke stappen moeten we zetten?”

Lees:

Hoe behoud je de veiligheid, voor zowel patiënt, omgeving als team?

  • Hoe gaan we om met het gebruik van internet bij mensen met voorwaarden?

  • Hoe ga je om met internet bij iemand naar misbruikbeelden van kinderen kijkt. Hoe vorm je een balans tussen privacy en controle? Kan je er van uit gaan dat hij internet op een oké manier gebruikt? Blijft het daarbij of gaan ze naar foutere vormen op zoek?
  • Welke plaats krijgt seksualiteit binnen een residentiële afdeling? Of binnen justitiehuizen en CAW’s?
  • Zedenplegers zijn minder gevaarlijk dan andere type delinquenten, zeker naar agressie toe is er weinig gevaar.
  • Als je beleid maakt, kan je niet altijd van onder het juridische of regelgevende kader uit. Soms bepaalt justitie dat toegang tot internet verboden is. Wat is dan een alternatief voor zij die niet online kunnen?

Lees: