Een Aanspreekpersoon Integriteit (API) draagt er mee zorg voor dat het beleid voldoende aandacht geeft aan preventie van en omgaan met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.

Dat kan door:

Aanspreekpunt en eerste opvang

De API kan het eerste aanspreekpunt zijn voor wie een vraag, opmerking, klacht of andere boodschap heeft in verband met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en lichamelijke en seksuele integriteit en hier met iemand over willen spreken. Dit kan eender wie zijn.

De API kan rechtstreekse vragen krijgen en zal dus luisteren naar het verhaal. Het is dan belangrijk om te weten wie hier binnen de organisatie kan over worden aangesproken.

De API:

  • luistert naar het verhaal van de melder of vraagsteller (zonder de rol van hulpverlener op te nemen);
  • toont voldoende empathie, geeft de melder het gevoel dat er geluisterd wordt en stelt het verhaal niet in vraag;
  • vormt zich een beeld van de situatie en moet zelf een inschatting kunnen maken van de feiten in overleg met een intern team of met de hulp van een externe organisatie;
  • probeert in te schatten welke stappen noodzakelijk zijn;
  • stemt af met betrokkenen welke stappen ze willen zetten;
  • maakt een correcte registratie en een schriftelijk verslag van vragen en incidenten en van de wijze waarop deze zijn opgevolgd;
  • zorgt ervoor dat er jaarlijks een overzicht is en dat de verslagen en registraties volgens een afgesproken format van elke interventie;

Coördinatie van de interne procedure en doorverwijzing

De API zorgt ervoor dat elke vraag of klacht serieus genomen wordt. De API ziet erop toe dat de interne procedure gevolgd wordt en biedt ondersteuning bij de verschillende stappen. Daarvoor kan de API het ‘handelingsprotocol’ gebruiken. De API heeft geen hulpverlenende of onderzoekende rol. Voor professionele ondersteuning, hulpverlening of melding, verwijst de API door naar externe instanties binnen hulpverlening, politie en justitie. De API kan hiervoor beroep doen van de ‘wegwijzer’.

De API:

  • kent de interne procedure en kan deze volgen;
  • kan op vraag het bestuur adviseren over het opvolgen van vragen of klachten met alle betrokkenen en over de te nemen stappen;
  • koppelt terug naar een intern overleg;
  • bespreekt met de melder of betrokkene mogelijke doorverwijzingen of verleent advies over mogelijke stappen;
  • kan helpen en adviseren voor doorverwijzing naar hulp, bemiddeling of melding;
  • informeert over afspraken, procedures of reglementen die binnen en buiten de sector bestaan;
  • beschikt over een actuele wegwijzer met doorverwijsinstanties.

Preventieactiviteiten en ondersteuning

De API:

  • zorgt samen met het bestuur dat iedereen op de hoogte is van het bestaan en de rol van de API;
  • profileert zich binnen de organisatie;
  • zorgt voor bewustmaking, gedragsregels en afspraken over lichamelijke en seksuele integriteit in de organisatie;
  • helpt om de gedragsregels en afspraken op punt te stellen en daar voorlichting of bewustmaking rond te organiseren;
  • houdt zich op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen rond het thema lichamelijke en seksuele integriteit in de sector (kwaliteitsbeleid, preventiebeleid, reactiebeleid);
  • kan op vraag begeleiders ondersteunen;
  • geeft advies en informatie aan het bestuur over het beleid grensoverschrijdend gedrag.

Competenties

De API heeft en geeft steun. Deze persoon geniet het vertrouwen en respect bij bestuur, begeleiders, ouders en de doelgroep, en is bereikbaar en aanspreekbaar voor alle betrokkenen.

Wat moet een API kennen en kunnen?

  • Basisvisie en inzichten hebben over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag
  • Weten hoe een situatie van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag op te volgen (handelingsprotocol kunnen volgen)
  • Kunnen het gesprek aangaan met alle betrokkenen: basis gesprekstechnieken, hulp organiseren en communiceren
  • Zich kunnen profileren als API
  • Vlaggensysteem of Grenswijs systeem kennen en toepassen op concrete casussen
  • Weten waar je terecht kan voor een klacht of hulp (doorverwijzing)
  • Registratie en dossier opmaken
  • Signaleren aan het beleid en suggesties doen

Vaak gestelde vragen over de API

Mag de rol van API verdeeld worden over meer dan één persoon?

Zeker. Zo kan je organisatie de drempel verlagen, is er meer overleg mogelijk en zijn er meerdere personen die een cliënt, leerling, gebruiker, medewerker, … kunnen vertrouwen.

Kan een vrijwilliger aangeduid worden voor die rol?

Zeker. Als die persoon beschikt over de nodige vaardigheden en kennis. Investeer dan zeker in opleiding en uitwisseling.

Waarom is een aanspreekpersoon integriteit nodig?

Omdat het de verantwoordelijkheid is van een organisatie om te waken over de bescherming van iedereen die aan hen wordt toevertrouwd.

Ervaringen van sporters, leerlingen, asielzoekers, … met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag maken duidelijk dat het geen marginaal probleem is en dat nog veel incidenten niet tijdig worden opgemerkt en aangepakt.

Een duidelijk, eerste aanspreekpunt moet onderdeel uitmaken van een beleid om meer verantwoordelijkheid te nemen voor die veiligheid.

Moet je opgeleid zijn om API te mogen zijn?

Verschillende instanties bieden API-opleidingen aan: Sensoa, ICES voor de sportsector, Rode Kruis voor de Rode Kruis-opvangstructuur, Pimento voor het jeugdwerk, ...

Een opleiding is aangeraden. Tegelijkertijd leer je het al doende. Je moet ook mensen met een klacht kunnen ondersteunen en dit kan niet altijd wachten tot je een opleiding hebt.

Mail Sensoa om te weten welke organisatie je kan ondersteunen.

Hoe baken je API af tegenover vertrouwenspersoon?

De rol van vertrouwenspersoon is beter omschreven en zit in het arbeidsrecht. Die krijgt meldingen van klachten op de werkvloer.  Dat is mogelijk overlappend met de API.

De API is laagdrempelig en kan ook klachten krijgen die ruimer zijn dan tussen collega’s.

Eventueel kan één persoon beide rollen opnemen. Als het twee mensen zijn, kan je als API bijvoorbeeld systematisch de vertrouwenspersoon inlichten bij een melding en samen de ernst inschatten.

Wat bij een klacht tegen het management?

Je kan in de procedure afspreken om in dat geval de voorzitter van de Raad van bestuur te contacteren.