Toestemming

Observeer het gedrag

  • Kunnen betrokkenen communiceren? Zien/horen ze elkaar voldoende? 
  • Is er voldoende veiligheid? 
  • Geven ze signalen die kunnen wijzen op wel/geen toestemming? 
  • Vragen ze of het oké is? Geven ze de ander tijd om te reageren? 
  • Geven ze signalen van ongemak, angst of afkeer? 
  • Is er sprake van ‘freezing’ of onverschilligheid?  
  • Reageren ze boos of geagiteerd?

Richtvragen in gesprekken

  • Heb je hier een goed gevoel bij? 
  • Wil je dat dit gebeurt? 
  • Wat verwacht je dat er gaat gebeuren?  
  • Wat zou er gebeuren als je zou weigeren?  
  • Heb je aangegeven dat je het oké vond? 
  • Kon je reageren? 
  • Vind je het belangrijk dat de ander akkoord gaat? 
  • Heb je het akkoord van de ander gehoord of gezien?  Waaruit kan je dat afleiden?  
  • Hou je er rekening mee dat de ander kan weigeren? 
  • Doe je wat je bent overeengekomen, of wijk je daarvan af? 

Vrijwilligheid

Observeer het gedrag

  • Zien betrokkenen er ontspannen en tevreden uit? 
  • Is één van de betrokkenen geneigd anderen ter wille te zijn? Vertoont hij/zij aanklampend gedrag? 
  • Observeer je negatieve emoties? 
  • Is één van de betrokkenen verleid met materiële beloning of geld? 
  • Is er verbale druk of geweld uitgeoefend? 
  • Is er sprake van manipulatie? Chantage? Misleiding? 
  • Is er fysiek geweld gebruikt (duwen, trekken, roepen)? 
  • Is er een wapen gebruikt? 
  • Heb je voldoende zicht op de werkelijke situatie?  
  • Gedraagt de persoon zich anders dan anders? 
  • Is er een vorm van verzet? 
  • Is de betrokkene verrast, geschrokken, boos?

Richtvragen in gesprekken

  • Voel je dat je dit echt wil? 
  • Voelt de ander dat hij/zij dit echt wilt? 
  • Heb je het gevoel dat het oké is om dit te doen/toe te laten?  
  • Was er keuze? 
  • Was je voorbereid of was dit bij verrassing?  
  • Heb je het gevoel dat weigeren oké is? 
  • Heb je het gevoel dat je een beetje druk moet uitoefenen? 
  • Ben je blij? Ben je bang? 
  • Heb je de ander bang gemaakt/heeft de ander jou bang gemaakt? 
  • Zou er iets gebeuren als je weigert? 
  • Heb je aangedrongen/heeft de ander aangedrongen? Hoe? 
  • Heb je een beloning beloofd of gekregen? 
  • Wat zou er gebeuren als de ander weigerde? 
  • Was het leuk, plezierig? Wat was plezierig? 
  • Was het niet fijn? Wat was niet fijn?  

Gelijkwaardigheid

Observeer het gedrag

  • Is er sprake van een groot verschil in macht?  
  • Is er sprake van misbruik van de zwakke positie of situatie van één van de betrokkenen?
  • Is er sprake van een groot verschil in positie binnen de groep? 
  • Is er een inspanning gebeurd om ongelijkwaardigheid te creëren (afhankelijkheid, schuld, isolatie, zwijgplicht)? 
  • Is er opvallende ongelijkwaardigheid in termen van fysieke kracht, biologische ontwikkeling, mentale rijpheid of intelligentie? 
  • Is er opvallende ongelijkwaardigheid in termen van seksuele ervaring? 
  • Is er ongelijkwaardigheid in termen van positie, status, populariteit of macht? 
  • Is er ongelijkwaardigheid in aantal? 
  • Is er overwicht door omstandigheden?

Richtvragen in gesprekken

  • Wie heeft het hier voor het zeggen? 
  • Moet de ander luisteren naar jou? 
  • Wat heb je gedaan om elkaar te helpen? 
  • Was één van jullie in een zwakkere positie? 
  • Was één van jullie de baas? Of hebben jullie beiden evenveel te zeggen in deze situatie?
  • Wie nam het initiatief? 
  • Heb je het gevoel dat je tegen de ander op kan? 
  • Begrijp je wat de ander bedoelt? Denken jullie er gelijkaardig over? 
  • Is er een verschil in privileges?

Ontwikkelings- of functioneringsniveau

Observeer het gedrag

  • Is er nog gedrag aanwezig dat thuishoort bij een jongere leeftijd? 
  • Kan de persoon dit gedrag aan, is er voldoende bekwaamheid, competenties, zelfsturing? 
  • Hoe is het met het normbesef? 
  • Hoe autonoom kan de persoon handelen?  
  • Wat is het inschattingsvermogen van de cliënt? 
  • Is er voldoende stabiliteit? 
  • Is er genoeg zelfcontrole, zijn er mogelijkheden tot reflectie?  
  • Zijn er voldoende leerervaringen? 
  • Zijn de verwachtingen realistisch? 
  • Heeft de persoon het er lastig mee? 
  • Kan ik het gedrag begrijpen vanuit de persoon zijn/haar ontwikkelingsniveau?  
  • Heeft een beperking (cognitief, emotioneel, fysiek, sociaal) invloed op wat de persoon aankan? Welke? 
  • Zijn er zorgen omtrent de toestand (verslaving, andere problematieken)? 
  • Zijn er zorgen in verband met de persoonlijkheid (agressie, recidive)? 
  • Zijn er zorgen omtrent kwetsbaarheid (slachtoffer, niveau, leerbaarheid, mondigheid)?

Richtvragen in gesprekken

  • Heb je zicht op welke ervaringen bij welke leeftijd horen? 
  • Welke ervaringen heb je zelf? Hoe en met wie? 
  • Wat heb je anderen al zien doen? 
  • Wat heb je andere volwassenen al zien doen? 
  • Hoe voel je je hierbij? 
  • Waar ben je zelf mee bezig op vlak van seksualiteit?  
  • Welke verwachtingen heb je van dit gedrag? 
  • Zijn er zaken die je zou willen vragen/weten? 
  • Is er iets waar je mee zit?  
  • Heb je ergens schrik of angst voor? 
  • Heb je zicht op mogelijke risico’s? 
  • Heb je zicht op hoe je risico’s kan verkleinen? 
  • Hoe denk je het aan te pakken? 
  • Hoever wil je gaan, waar ligt voor jou de grens? 
  • Hoe ga je die grens bewaken? 
  • Wat heb je nodig om meer autonoom te worden?

Context

Observeer het gedrag

Hebben de betrokkenen inzicht in sociale regels? 

  • Krijgen ze in hun milieu (thuis of residentieel) de kans om te leren over sociale normen? 
  • Is er sprake van overbescherming? 
  • Is er sprake van slordigheid of onvoorzichtigheid?  
  • Hebben ze de gelegenheid tot privacy? 
  • Wordt seksueel experimenteergedrag afgeremd of gestimuleerd? 
  • Is dit een risicovolle context voor de persoon? 
  • Is er individuele aandacht en informatie op niveau van de persoon? 
  • Is er steun vanuit de familie? 
  • Zijn er duidelijke en expliciete regels over welk gedrag in die context mogelijk is? 
  • Is er een context waar ze ervaringen kunnen opdoen in alle privacy? 
  • Laat de context experimenteren toe? 
  • Is er privacy mogelijk? 
  • Heeft men zich onttrokken aan toezicht? 

Richtvragen in gesprekken

  • Heb je zicht op de mogelijke risico’s in deze context? 
  • Weet je waar je terecht kan met je vragen? 
  • Heb je het gevoel dat je voldoende wordt gesteund en beschermd bent door de context? 
  • Ken je de regels over wat wel en niet mag hier en in andere situaties? 
  • (Voor seksuele situaties) Heb je je afgezonderd zodat anderen je niet konden zien? 
  • Heb je voor voldoende veiligheid gezorgd? Hoe? 
  • Heb je erover gewaakt dat je niet kon gestoord worden? Hoe? 
  • Ken je de regels over wat wel en niet mag hier? 
  • Zijn er plaatsen waar je dit wel mag doen? Welke? 
  • Kan je terecht met je vragen over seksualiteit?  

Impact

Observeer het gedrag

  • Zijn er negatieve gevoelens of gevolgen? 
  • Zijn er kwetsuren? 
  • Zijn er dingen stuk? 
  • Wordt de persoon gepest of geïsoleerd om zijn/haar/hun gedrag? 
  • Is er verwarring, paniek of angst? 
  • Is er een gevaar voor de gezondheid? 
  • Is er een sociaal nadeel of voordeel? 
  • Is de persoon gekwetst, verdrietig, bang of stil? 
  • Is de persoon boos, gefrustreerd of agressief? 
  • Is er winst of schade door het gedrag? 
  • Is er risico op misbruik van vertrouwen? 
  • Is er een mogelijk ander gevaar?

Richtvragen in gesprekken

  • Hoe heb jij de situatie ervaren?  
  • Hoe was het voor jou? 
  • Wat dacht en voelde je? 
  • Heb je er positieve of negatieve gevoelens bij? 
  • Voel je spijt, schaamte, schuld of verdriet? 
  • Heb je pijn of ben je ongerust over de gevolgen? 
  • Ben je blij? Voel je je hier goed bij? 
  • Ben je tevreden over wat er is gebeurd? 
  • Voel je je veilig en heb je een gevoel van controle over de situatie? 
  • Ben je gerust over de gevolgen en effecten? 
  • Zijn er mogelijk negatieve gevolgen voor anderen?  
  • Hoe zie je de toekomst?