Wat mag je verwachten van iemand die functioneert op het niveau van 0 tot 6 maanden. En hoe pas je je begeleidingsstijl daarop aan?
Probleemgedrag kan je in deze fase begrijpen als ‘ik voel me totaal ontredderd’.
Het kind vraagt in deze fase vooral: "Breng jij mij in evenwicht?"
Het is jouw taak om het van het kind over te nemen en het te helpen bij het bereiken van een innerlijk evenwicht: een evenwicht tussen zijn lichamelijke en psychische gesteldheid.
Zorg dat je zijn signalen opmerkt, begrijpt en daar op een warme en ondersteunende manier op reageert (= sensitief-responsief reageren).
Oudere kinderen, jongeren of volwassen die op dit ontwikkelingsniveau functioneren voelen zich voortdurend heen en weer geslingerd tussen veiligheid en rust enerzijds en overprikkeling anderzijds.
Hun spanningsniveau raakt snel ontregeld door bijvoorbeeld grote opwinding, lichamelijke prikkels, ... maar ook zonder duidelijke aanleiding.
Ze kunnen onmiddellijk en fel reageren op prikkels. Zo proberen ze soms zelf om hun spanning te verminderen door zich vast te klampen aan zorgfiguren, zichzelf te wiegen of door zelfbeschadigend of agressief gedrag te tonen.
Dit agressieve gedrag is niet gericht en niet gecontroleerd, er is geen intentie tot schaden. De persoon heeft (nog) geen geweten. Belangrijk is dus om dit gedrag niet persoonlijk op te vatten.
De betekenis van probleemgedrag kan je hier zien als zich totaal ontredderd voelen.
Help de persoon bij het vinden van een innerlijk evenwicht. Dit betekent dat je het regelmatig van hem overneemt en zoekt naar manieren om zijn spanning te verminderen en zich veilig en rustig te voelen.
Bron: