Hoe strikt en uitgebreid je gedragscode is hangt af van de behoefte en de vraag van je organisatie. In de strikte zin heeft een gedragscode een expliciet en formeel karakter. Er staat meer in dan alleen maar huisregels en het is niet vrijblijvend.

Iedereen moet er zich aan houden en er staan afspraken in wie erop toeziet dat ze nageleefd wordt, en hoe. Expliciet en formeel hoeft niet per se saai te zijn. Met wat creativiteit kunnen regels bij iedereen blijven hangen. Dat kan met posters, briefkaarten of filmpjes.

Je kunt je code algemeen houden: welk gedrag is wenselijk om het welzijn en de veiligheid van het personeel en onze doelgroep te bevorderen?

Of je kunt hierbij specifiek inzoomen op een thema, bijvoorbeeld 'grensoverschrijdend gedrag', waaronder pesten, agressief en seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Stappenplan

Stap 1: De krijtlijnen van je gedragscode

Bepaal:

  • welk thema het onderwerp is van je gedragscode. Houd je het algemeen of licht je één thema uit?;
  • voor wie de gedragscode geldt. Wie is de doelgroep: medewerkers en doelgroep? Denk ook aan bezoekers, diensten waar je mee samenwerkt en ouders of familie;
  • met wie je de gedragscode opstelt. Bepaal ook hoe, in welke mate en wanneer je andere medewerkers en je doelgroep in dit proces betrekt.

Stap 2: De gouden regels

Ieder voor zich stelt een zoekertje op om het welzijn en de veiligheid binnen je organisatie te verbeteren. Noteer maximum 10 gedragingen voor elke doelgroep

  1. Gezocht: kinderen/jongeren/leerlingen/cliënten/leden die…
  2. Gezocht: ouders/familie die…
  3. Aangeboden: medewerkers die…

Een voorbeeld:

Gezocht! Kinderen die:

  1. boos zijn, kritiek of frustratie uiten en tegelijk de ander in zijn of haar waarde laten;
  2. zorg dragen voor materiaal;
  3. zeggen waar ze naartoe gaan tijdens vrije momenten;
  4. de begeleider begroeten als ze binnenkomen;

Gezocht! Ouders die:

  1. boos zijn, kritiek of frustratie uiten en tegelijk de ander in zijn of haar waarde laten;
  2. het bezoekuur respecteren;
  3. op tijd komen bij een overleg;
  4. hun gsm afzetten tijden een gesprek;

Aangeboden! Medewerkers die:

  1. boos zijn, kritiek of frustratie uiten en tegelijk de ander in zijn of haar waarde laten;
  2. op de deur kloppen voor ze een persoonlijke kamer binnengaan;
  3. correcte informatie geven aan iedereen;
  4. cliënten en ouders welkom heten;

Bepaal de gouden regels van jouw organisatie:

  • Ga per twee zitten. Stel per doelgroep je gedragsregels aan elkaar voor. Argumenteer waarom jouw regel dé onmisbare regel is. Kom samen per doelgroep tot jullie gezamenlijke top tien van gedragsregels.
  • Ga met een ander groepje samen zitten en doe hetzelfde.
  • Ga terug in grote groep: de twee teams overtuigen elkaar per doelgroep van hun gedragsregels. Kom nu met de hele groep tot een consensus van maximum tien gouden gedragsregels.

Stap 3: Hoe zorg je ervoor dat iedereen de gedragsregels naleeft?

Bepaal hoe je gewenst gedrag beloont en blijvend stimuleert. Voor een positief klimaat kun je brede preventieve acties op poten zetten. Maak bijvoorbeeld energie en budget vrij voor een training verbindend communiceren.

Bepaal ook de consequenties als iemand de regels niet naleeft. Link concreet gedrag niet meteen aan een vaste consequentie. De context, de frequentie en de intentie bepalen mee welke consequentie er volgt. Je kunt ervoor kiezen om deze wel of niet te concretiseren.

In het eerste geval schrijf je dan bijvoorbeeld: 'Sancties worden altijd in teamoverleg bepaald.' In het tweede geval maak je bijvoorbeeld een lijstje met mogelijke sancties:

  • Formele waarschuwing
  • Privileges ontzeggen
  • Taakstraf
  • Schorsing
  • Boete
  • Tijdelijk toegang ontzeggen
  • Ontslag

Stap 4: Wie ziet erop toe dat iedereen de code naleeft?

Met een gedragscode geef je het mandaat om elkaar aan te spreken op gedrag. Zo ziet iedereen er mee op toe dat de gedragscode nageleefd wordt.

Geef weer hoe medewerkers, doelgroep en derden (vrienden, familie, bezoekers) elkaar kunnen aanspreken of hoe ze leuke of vervelende gebeurtenissen kunnen melden.

Je kunt de eindverantwoordelijkheid ook formaliseren. Meestal ligt die bij de directie of de leidinggevende.

Moet er een sanctie volgen? Leg dan vast wie de sanctie bepaalt en wanneer, en wie de sanctie uitspreekt en verder opvolgt.

Stap 5: Breng je code aan de man

Zet de code op papier en zorg voor een aangename en efficiënte communicatie. Houd er rekening mee dat niet iedereen een boodschap heeft aan alle aspecten van een gedragscode.

De kern kun je het best op een eenvoudige en tegelijk prikkelende manier aan de man brengen. Bijvoorbeeld met een poster met de gouden geboden, een quiz of een e-mailcampagne.

Ook stickers, bladwijzers of placemats met de belangrijkste gedragsregels kunnen werken. Laat je creativiteit de vrije loop.