Op deze pagina zoomen we in op:

Twee à drie driftbuien per dag zijn bijvoorbeeld normaal bij een peuter of kleuter. Bij een volwassene is zo’n gebrekkige zelfsturing of gedragsregulering niet normaal.

Je kan je dan zorgen maken en vragen stellen over zijn competenties of functioneringsniveau. Of mogelijk is er alcohol, drugs, een zeer ingrijpende gebeurtenis of een (psychische) ziekte in het spel die de zelfsturing beïnvloedt en extra aandacht, zorg of behandeling vraagt.

We gaan ervan uit dat volwassenen op sociaal en intiem vlak voldoende maturiteit en zelfsturing hebben. Om bijvoorbeeld toestemming te kunnen geven, moet een persoon bekwaam zijn. Dus weten en doen wat gezond en aanvaardbaar is op vlak van (seksueel) gedrag voor zichzelf en voor de partners.

Van een bekwame volwassene verwacht men een besef van het belang van het respecteren van (intieme) grenzen en anderen.

Maar soms zijn er redenen om aan te nemen dat de ander niet in staat is om die grenzen in te schatten of dat de zelfsturing verhinderd wordt: 

  • Ziektebeeld of aftakeling, zoals dementie 
  • Tijdelijke of permanente toestand, zoals psychose, manische of depressieve periode, periode van shock, rouw, oververmoeidheid, verliefdheid… 
  • Intoxicatie 
  • Trauma 
  • Onmondigheid: onvoldoende de taal spreken of onvoldoende de gewoontes en gebruiken kennen

Daarnaast kijk je er bij mensen met een emotionele ontwikkelingsachterstand minder snel van op als ze geagiteerd reageren of minder zelfcontrole vertonen, dat past dan eerder bij hun emotioneel ontwikkelingsniveau.

Voorbeelden

Voorbeelden waar dit criterium oké is: een 15-jarige surft naar porno, een collega uit zijn frustraties over een stresserend project, ...

Voorbeelden waar dit criterium niet oké is: eerste keer seks op 12 jaar, een 13-jarige verzamelt naaktfoto’s van klasgenoten, een medewerker die een driftbui krijgt, een 30-jarige gaat in een psychose tijdens een boksmatch, ...

Enkele reflectievragen

  • Kan de persoon de situatie momenteel aan?
  • Is de persoon bekwaam genoeg op dit moment om in deze context dit specifiek gedrag zonder probleem te stellen en/of mee te maken?
  • Is de persoon fysiek en geestelijk volwaardig?
  • Zijn er voldoende competenties aanwezig of zijn er redenen tot zorg?
  • Is de persoon bekwaam en in staat om in te schatten of dit gedrag (seksueel) oké is voor zichzelf of voor anderen?
  • Kan de persoon instaan voor de gevolgen van zijn handelingen?

Wat het gedrag erger maakt

  • Leeftijdsinadequaat gedrag
  • Intoxicatie
  • Verminderde zelfsturing

Waaraan kan je werken in psycho-educatie?

  • Ondersteunen en/of trainen van emotionele en sociale vaardigheden, emotie- en stressregulatie, zelfcontrole, probleem/conflict oplossende vaardigheden (wie het gedrag initieert)
  • Middelen afhankelijkheid ter sprake brengen en helpen aanpakken ( wie het gedrag initieert)
  • Benoemen wat iemand aankan ( wie het gedrag initieert en ondergaat)

Aandachtspunten bij functioneringsniveau

Rekening houden met grote diversiteit

Er is geen standaard levensloopmodel of normatief verloop bij volwassenen. Hoewel er grote overeenkomsten zijn in de emotionele en/of seksuele levensloop, is er ook grote diversiteit.

Als hulpverlener of begeleider is het belangrijk deze diversiteit te kennen en erkennen.

Inzetten op specifieke ondersteuning

Of bepaald seksueel gedrag oké is op een bepaald moment in de levensloop is een belangrijke, maar soms moeilijke vraag. Soms zal iemand daar hulp bij nodig hebben.

Bij twijfel is het belangrijk dat de persoon begeleid wordt om beter in te schatten wat die persoon aankan, wat oké is voor het functioneringsniveau en draagkracht van de persoon en welke ondersteuning nodig is om die eventuele handicap te overkomen.

De bedoeling is om meer en gerichter in te zetten op specifieke ondersteuning die mensen nodig hebben om seksueel gedrag oké te houden of te maken, zowel voor zichzelf als de omgeving.

Seksueel functioneren aandacht geven

Op het moment dat betrokkenen problematisch functioneren, verdwijnt de aandacht voor het seksuele functioneren vaak naar de achtergrond en is er weinig specifieke ondersteuning voor.

Nochtans is het seksuele belangrijk, het hangt samen met onze identiteit, onze relaties, ons welbevinden.

Seksuele rechten niet vergeten

Voor mensen met problemen op vlak van ontwikkelingsniveau beslist men vaak over de hoofden heen. Seksuele rechten zijn regelmatig de eerste die sneuvelen.

Vul niet in voor een ander

Is iemand bekwaam genoeg op dit moment om in deze context dit specifiek gedrag zonder probleem mee te maken? Deze vraag beantwoorden gebeurt altijd in functie van de cliënt, en niet van de begeleider.

De angst van begeleiders speelt hier soms te vaak een rol. Men ziet gemakkelijker de problemen dan de mogelijkheden of kansen.

Anderzijds laten professionals het soms na om mensen in kwetsbare momenten in bescherming te nemen of af te remmen, terwijl je weet dat er meer kans is op grensoverschrijdend gedrag (bijvoorbeeld wanneer mensen dronken zijn).

De uitdaging hierbij is: vul niet in voor een ander. Check het dus.

Hoe kan je dit criterium checken?

Observeer het gedrag

  • Is er nog gedrag aanwezig dat thuishoort bij een jongere leeftijd?
  • Kan de persoon dit gedrag aan, is er voldoende bekwaamheid, competenties, zelfsturing?
  • Hoe is het met het normbesef?
  • Hoe autonoom kan de persoon handelen?
  • Wat is het inschattingsvermogen van de cliënt?
  • Is er voldoende stabiliteit?
  • Is er genoeg zelfcontrole, mogelijkheden tot reflectie?
  • Zijn er voldoende leerervaringen?
  • Zijn de verwachtingen realistisch?
  • Heeft de persoon het er lastig mee?
  • Kan ik het gedrag begrijpen vanuit de persoon zijn/haar ontwikkelingsniveau?
  • Heeft een beperking (cognitief, emotioneel, fysiek, sociaal) invloed op wat de persoon aankan? Welke?
  • Zijn er zorgen omtrent de toestand (verslaving, andere problematieken)?
  • Zijn er zorgen in verband met de persoonlijkheid (agressie, recidive)?
  • Zijn er zorgen omtrent kwetsbaarheid (slachtoffer, niveau, leerbaarheid, mondigheid)?

Richtvragen in gesprekken

  • Heb je zicht op welke ervaringen bij welke leeftijd horen?
  • Welke ervaringen heb je zelf? Hoe en met wie?
  • Wat heb je anderen al zien doen?
  • Wat heb je andere volwassenen al zien doen?
  • Hoe voel je je hierbij?
  • Waar ben je zelf mee bezig op vlak van seksualiteit?
  • Welke verwachtingen heb je van dit gedrag?
  • Zijn er zaken die je zou willen vragen/weten?
  • Is er iets waar je mee zit?
  • Heb je ergens schrik of angst voor?
  • Heb je zicht op mogelijke risico’s?
  • Heb je zicht op hoe je risico’s kan verkleinen?
  • Hoe denk je het aan te pakken?
  • Hoever wil je gaan, waar ligt voor jou de grens?
  • Hoe ga je die grens bewaken?
  • Wat heb je nodig om meer autonoom te worden?