Bij het criterium vrijwilligheid gaat het erom dat je uit vrije wil in de situatie zit en dat je uit vrije wil in interactie gaat met de ander. Het betekent ook dat je op eender welk moment stop kan zeggen en uit de situatie kan stappen.
Op deze pagina zoomen we in op:
Er is geen vrijwilligheid wanneer iemand fysiek of psychisch gedwongen wordt om dingen te doen of toe te staan die men niet wil. Het kan gaan om misleiding, manipulatie, intimidatie, chantage, dreigementen of dwang tot geheimhouding.
De situatie wordt ernstiger naarmate je je moeilijker vrijwillig kan onttrekken eraan.
De grens tussen ‘vrijwillig’ en ‘gedwongen’ is niet eenduidig vast te stellen.
Er is dus geen sprake van vrijwilligheid wanneer een persoon zich gedwongen voelt om dingen te doen of toe te staan die hij/zij/die niet wil. Of wanneer iemand een ander daartoe dwingt, overhaalt of onder druk zet.
Onder gebrek aan vrijwilligheid vallen ook vormen van subtiele dwang en druk, zoals iemand overhalen tot seks, stelen, een ander pijn doen. Ook manipulaties waarvan men zich pas later bewust kan worden vallen hieronder.
De dwang kan dus concreet fysiek zijn maar ook psychologisch of sociaal. Het kan dus gaan van verleiding met list, beloning en beloftes tot dreiging, chantage en geweld.
Niet vrijwillig zijn ook situaties waar secundaire winst of verlies een rol spelen. Als men een beloning verwacht (geld of aandacht) of als aan een weigering om iets te doen negatieve consequenties verbonden zijn, ook al worden deze niet uitgesproken maar vermoed, spreekt men ook van dwang, druk of gebrek aan vrijwilligheid.
Ga na of en in welke mate de pleger medewerking of volgzaamheid wil bekomen van het doelwit tegen diens wil.
Zo ja, doet die dat door:
Voorbeelden waar dit criterium oké is: een georganiseerde discussie, ...
Voorbeelden waar dit criterium niet oké is: iemand in de hoek duwen en afdreigen, iemand online chanteren, dreigen met verspreiden naaktbeelden, verschillende personen online chanteren, …
Subtiele vormen van druk en dwang zijn niet altijd zichtbaar en kunnen het beste worden beoordeeld door degenen die betrokken zijn bij de situaties. Goed kijken en bevragen is hier de boodschap.
Soms stemt men toe tot het stellen of toelaten van bepaald gedrag om ‘erger’ te voorkomen. Men denkt dat weigering tot het ergste zou kunnen leiden (verkrachting of gebruik van geweld).
Daarom stemt iemand soms in, omdat die een negatieve reactie van de ander verwacht. Vaak gebeurt dit als gevolg van eerdere negatieve ervaringen op dat vlak.
Bij gebruik van alcohol of drugs kan het geven van toestemming onbetrouwbaar zijn, omdat er remmingen wegvallen en grenzen niet steeds zo goed worden aangegeven.
Maar het wordt ook vaak als argument gebruikt om het gedrag achteraf te vergoelijken.
Er zijn heel veel subtiele vormen van druk om dingen te doen, bijvoorbeeld binnen relaties om de partner tevreden te houden.
Als professional geef je je doelgroep best keuze tussen verschillende behandelingen en behandelaren.
Oefen zelf geen dwang uit, chanteer en intimideer niet en zorg voor zoveel mogelijk inspraak in procedures en behandelingen. Betrek zo nodig de achterban.
Van een professional wordt verwacht dat die de taken uitvoert zoals die in de taakomschrijving zijn vastgelegd. De professional heeft daarbij vaak geringe keuze om eigen grenzen aan te geven, zonder dat dit gevolgen zou kunnen hebben voor de beoordeling.
Zeker bij jonge mensen die stage lopen gebeurt het dat zij soms onvoorbereid geconfronteerd worden met opdrachten die zij als grensoverschrijdend ervaren (bijvoorbeeld iemand wassen).
Hier is het van belang om te kijken welke ondersteuning een medewerker nodig heeft, en hoe men hen stapsgewijs kan leren omgaan met deze opdrachten.