Aantal deelnemers: Min.5- Max. 15

Duur: 30 minuten

Materiaal:

  • Een hoed
  • Balpennen
  • Papier

Stappenplan

Stap 1

Bepaal welke vraag binnen jouw team relevant is om samen te onderzoeken en te bespreken.

Enkele voorbeelden:

  • Wat belemmert jou in het omgaan met grensoverschrijdend gedrag?
  • Wat houd je tegen om incidenten te melden?
  • Wat vind jij moeilijk aan het bespreken van grensoverschrijdend gedrag?
  • Wat belemmert jou om je collega’s aan te spreken op gedrag?

Stap 2

Laat elk teamlid zijn grootste angst rond deze vraag op een briefje schrijven. Hou het kort. Iedereen vouwt zijn papiertje dubbel en stopt het in de hoed.

Stap 3

Vervolgens pakt ieder om beurt een briefje uit de hoed en leest het voor. Elk leeft zich in de ander in en beschrijft hoe hij denkt dat deze zich voelt.

Wie zijn eigen briefje trekt, neemt een ander.

Stap 4

Bespreek wat mensen ervaren hebben en wat hen opviel. Zijn er gelijkenissen? Welke zijn de verschillen?

Bepaal samen wat er nodig is om de belangrijkste belemmeringen te verminderen of weg te werken en hoe je elkaar kan helpen om beter om te gaan met grensoverschrijdend gedrag.

Spelregels

Deze werkvorm vraagt vertrouwen. Stel eerst samen spelregels op om een veilige sfeer te installeren, doe dit bijvoorbeeld met ‘de vijf geboden’. Denk goed na over de beginvraag. Is er meteen discussie over? Probeer de vraag dan te verfijnen of te verduidelijken.