Regels en afspraken zijn dikwijls zwart-wit geformuleerd. Maar vaak merk je dat er verschil is tussen papier en praktijk. Krijg zicht op wat er allemaal speelt bij het wel of niet consequent hanteren van regels en afspraken. Waar zitten de schakeringen en nuances? Waarom houden bepaalde collega’s er zich wel aan en andere niet? Kom tot afspraken die echt werken.
De deelnemers kiezen elk een regel of afspraak die niet goed werkt of waar ze weerstand rond voelen bij zichzelf, bij collega’s en/of bij doelgroep. Een regel die wat ondergesneeuwd is, waar je het nut niet meer van inziet of die stof doet opwaaien.
Iemand begint en licht de afspraak toe waar men het met de groep over wil hebben.
Hang twee flipover-vellen op.
Schrijf op de eerste een korte zin die de afspraak bevestigt. Bijvoorbeeld: 'We registreren agressie-incidenten wel, want …’
Op het tweede vel schrijf je een korte ontkennende zin. Bijvoorbeeld “We registreren agressieincidenten niet, want …”
Laat alle deelnemers argumenten geven voor de een of de andere zin en noteer die op de betreffende vellen. Zijn er meer dan 6 deelnemers? Geef elk enkele post-its en laat ze per post-it een argument noteren die ze op de flap kunnen gaan plakken.
Bespreek wat er op de flappen werd verzameld. Hoe verhouden de argumenten zich tot elkaar? Kan je daarmee meteen naar een conclusie of nieuw geformuleerde afspraak? Of moet er net nog meer gedebatteerd worden? Of ga je stemmen?
Bron: Hulpmiddel voor implementatie Arbocatalogus Verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg 2015.