Aandachtspunten in de drie gesprekken

  • Luisteren is essentieel!
  • Structureer het gesprek.
  • Geef psycho-educatie over de eigenschappen en de verwerking van een schokkende gebeurtenis.
  • Stel het slachtoffer gerust als hij eventuele stressreacties benoemt. Wat het slachtoffer voelt zijn normale reacties op een abnormale gebeurtenis.
  • Bekijk waar het slachtoffer steun kan vinden in zijn omgeving. Stimuleer sociale steun.
  • Stuur ‘negatieve’ reacties van anderen bij.
  • Zie je signalen van een verstoorde verwerking? Meld ze.

Eerste gesprek: twee tot drie dagen na het incident

Bied steun

  • Geef ruimte en erkenning voor het verhaal en de emoties die de persoon ervaart. Sluit aan bij wat het slachtoffer vertelt, benoem het gevoel als het wordt aangegeven. Vraag er zelf niet naar en vul ze niet zelf in.
  • Stimuleer de getroffene om behoeften te uiten.
  • Vraag hoe het thuis gaat.
  • Informeer naar reacties uit de omgeving.
  • Bespreek de mogelijkheden van steun in de eigen omgeving.

Geef informatie over:

  • de te verwachten procedures en maatregelen;
  • de mogelijkheden van nazorg en hoe die georganiseerd wordt;
  • de toestand van andere betrokken partijen;
  • stressreacties indien ze door de getroffenen worden benoemd. Bijvoorbeeld: slecht slapen, herbeleving, angst, trillen, verdoving, boosheid, een onwezenlijk gevoel,…. Normaliseer deze reacties: leg de stressreacties uit als een logisch gevolg van de gebeurtenis.

Regel:

  • een afspraak voor een vervolggesprek;
  • aanpassingen in het werk als iemand wil blijven werken;
  • aangifte bij de arbeidsongevallenverzekering als een medewerker fysieke of psychische schade heeft door een agressie-incident;
  • aangifte bij de politie;
  • afscherming tegen de pers of andere nieuwsgierigen.

Wees zuinig met je informatie, de getroffenen heeft al veel aan zijn hoofd waardoor hij meestal niet veel informatie kan opnemen.

Tweede gesprek: twee weken na het incident

Bied steun

  • Laat de getroffene opnieuw het verhaal vertellen als hij dat zelf wil.
  • Erken de emoties die hij ervaart en met je deelt.

Krijg inzicht in het verwerkingsproces

  • Vraag hoe het nu loopt op het werk en thuis.
  • Vraag naar de gevolgen van het incident op het werk en thuis.
  • Vraag naar de stressreacties als ze al eerder werden benoemd door de getroffene.
  • Vraag naar de steun en reacties van de omgeving,op het werk als thuis
  • Ga na welke strategie de getroffene inzet om met de gebeurtenis om te gaan. En of hij het gevoel heeft dat dit werkt.

Geef informatie over:

  • stressreacties indien ze door de getroffenen worden benoemd. Bijvoorbeeld: slecht slapen, herbeleving, angst, trillen, verdoving, boosheid onwezenlijk gevoel,…. Vertel dat dit normale reacties zijn op een abnormale gebeurtenis;
  • het belang van steun van de omgeving;
  • mogelijkheden van gespecialiseerde hulpverlening.

Regel:

  • een afspraak voor het laatste gesprek;
  • gespecialiseerde hulpverlening indien nodig;
  • verdere afhandeling met politie en verzekering.

Derde gesprek: vier tot zes weken na het incident

Krijg inzicht in het verwerkingsproces

  • Vraag hoe het nu loopt op het werk en thuis.
  • Vraag naar de gevolgen van het incident op het werk en thuis.
  • Ga na of er nog moeilijkheden zijn in het verwerkingsproces en in welke mate hij een gevoel van controle heeft.
  • Vraag naar de stressreacties als ze al eerder werden benoemd door de getroffene.
  • Vraag naar welke plaats het incident op dit moment inneemt in zijn leven. Welke conclusie heeft hij uit de gebeurtenissen getrokken? Wat heeft hij ervan geleerd?
  • Vraag of er iets veranderd is in zijn leven. Maak de vergelijking tussen voor en na het incident. Doet hij dingen anders?
  • Ga na welke strategie de getroffenen inzet om met de gebeurtenis om te gaan. En of hij het gevoel heeft dat dit werkt.

Afsluiten en doorverwijzen

Rond nazorg af als er sprake is van een ‘normale’, redelijke verbetering.

Niet alle klachten hoeven verdwenen te zijn. Maar het incident mag niet meer voortdurend op de voorgrond staan: de getroffene heeft de gebeurtenis een plek gegeven in zijn leven en het gevoel van controle is herwonnen.

Zijn deze voorwaarden vervuld? Dan kan nazorg worden afgerond.

Verwijs door naar gespecialiseerde hulpverlening als de reacties niet afnemen en er signalen zijn die wijzen op moeilijke verwerking.

Reacties die kunnen duiden op een vergroot risico voor een posttraumatisch stress-syndroom (PTSS) zijn: herbeleving, vermijding, negatieve gedachten en stemming en een verhoogde prikkelbaarheid.