Mogen zijn wie je bent

Autonomie gaat over een gevoel van psychologische vrijheid, van jezelf kunnen en mogen zijn. Zelf mogen kiezen en ruimte krijgen voor initiatief en eigen interesses en talenten.

Gehoord worden, voelen dat je mening ertoe doet en invloed hebben.

Dingen zelf mogen doen

Daar leer je het meest uit. Je ondervindt en maakt fouten. Daar hangen ook risico’s aan vast, maar zonder risico’s is er geen mogelijkheid tot groei.

Zoek in je begeleiding de balans tussen ‘beschermen en (tijdelijk) uit handen nemen’ en ‘vrijlaten en zelf laten oefenen en uitproberen’. Geef vertrouwen, durf los te laten en neem een zeker risico.

Bevorder autonomie door je doelgroep verantwoordelijkheid en beslissingsvrijheid te geven. Stimuleer hen in de groep bijvoorbeeld door te werken met brede deadlines. Ze mogen zelf bepalen wat en wanneer ze er iets van doen, als het vrijdagmiddag maar af is.

Laat hen ook zelf problemen oplossen. Leer hen zelf zoeken naar wat het probleem precies is, welke oplossingen er mogelijk zijn en welke gevolgen die hebben. Op basis daarvan kan je hen uitnodigen om een keuze te maken.

Door kinderen, jongeren en volwassenen probleemoplossende vaardigheden aan te leren, kunnen ze in de toekomst autonomer handelen.

Geef je doelgroep inspraak als je beslissingen over hen neemt

Je stimuleert autonomie door kinderen, jongeren en volwassenen te betrekken bij de belangrijkste zaken in hun leef-, leer-, speel- en werkomgeving.

Dat doe je ook als je afstemt op hun belevingswereld, als je hun inbreng waardeert en hun perspectief verkent. Wat denken ze, wat voelen ze, wat vinden ze belangrijk, welke waarden en dromen zijn daarin vervat?

Breng hen zoveel mogelijk in contact met hun persoonlijke waarden, overtuigingen en interesses. Nodig hen uit tot participatie.

Zorg dat ze zelf beslissingen mogen nemen, zelf mogen kiezen en zelf verantwoordelijkheid mogen dragen voor hun initiatieven en activiteiten.

Ook regels en afspraken stel je best in samenspraak op. Ze scheppen een kader en geven ruimte voor leermomenten. Regels en afspraken zijn er om te experimenteren en grenzen af te tasten.

Werk je in de hulpverlening?

Maak cliënten mee verantwoordelijk voor hun behandeling. Laat hen daarin mee participeren. Want net zij hebben unieke kennis en ervaringen die kunnen bijdragen aan betere zorg.

Benut deze specifieke ervaringsdeskundigheid door hen en/of hun naasten te laten participeren aan alles waar de zorg beter van kan worden. Denk aan projecten rond de inrichting van leefruimtes, de organisatie of de kwaliteit van zorg, het opstellen van leefregels en afspraken, ook rond seksualiteit.

Geef hen ook een stem op beleidsniveau. Vraag hun mening en tips. Vaardig ook een vertegenwoordiger af om mee te zetelen in de werkgroep grensoverschrijdend gedrag.