Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van:

Grensoverschrijdend gedrag T.a.v. medewerkers

Uit het 'SERV Rapport - Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2019' blijkt dat bijna 46% van de medewerkers in het onderwijs en 40% van de medewerkers in de sector Zorg en Welzijn werkstressklachten heeft. In zorg en welzijn is één van de oorzaken de toegenomen assertiviteit en soms ook agressiviteit van zorggebruikers die de werknemers emotioneel onder druk zetten.

tabel werkstressontwikkelingen door sectorbril

Uit het 'SERV Rapport 2018 - Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Analyse bij werknemers op basis van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016' blijkt dat grensoverschrijdend gedrag op het werk minstens dubbel zo vaak voorkomt in de sectoren ‘jeugdbijstand', 'gehandicaptenzorg', 'welzijnswerk’ als in andere sectoren. In 2016 werd 43,6% van de medewerkers uit deze sectoren het slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag.

Daarbij ging het om lichamelijk geweld, ongewenst seksueel gedrag, pestgedrag of intimidatie/bedreiging gesteld door collega’s en door derden, bijvoorbeeld zorggebruikers of patiënten. Bij de onderwijskrachten was dat ongeveer één op de vier (24,3%) en bij de andere werknemers iets minder dan twee op de tien. Vooral voor de confrontatie met lichamelijk geweld en seksueel ongewenst gedrag is er een groot verschil tussen werknemers met een zorgfunctie en andere werknemers.

figuur gog naar sector

In de sector van de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk komt lichamelijk geweld t.a.v. medewerkers het meeste voor: 25% tegenover het Vlaamse gemiddelde van 5,1%.

Ook voor ongewenst seksueel gedrag en pesten op het werk ligt het percentage voor deze sector boven het Vlaamse gemiddelde.

In tegenstelling tot de twee bovenstaande onderzoeken nam het 'SERV-rapport 2015 - Grensoverschrijdend gedrag op het werk. Een analyse naar omvang, risico’s en impact op het welzijn en de gezondheid van werknemers op basis van de werkbaarheidsmonitor 2013' ook de sectoren van de kinderopvang en de gezondheidsinstellingen en -diensten onder de loep.

Hier zie je dat medewerkers uit de kinderopvang en de centra geestelijke gezondheidszorg voor alle vormen van grensoverschrijdend een hoger percentage behalen dan het Vlaamse gemiddelde. Zeker op het vlak van pestgedrag ligt dit percentage nog hoger dan in de sector van de jeugdbijstand, gehandicaptenzorg en welzijnswerk. Ook binnen onderwijs ligt het cijfer voor pestgedrag hoog.

tabel gog naar sector

Ook het 'IDEWE onderzoek: 2016-2018' laat zien dat de gezondheidszorg en het onderwijs de kroon spant op het vlak van agressief gedrag van externen (onder andere cliënten, patiënten, bezoekers, leerlingen) naar medewerkers.

Grensoverschrijdend gedrag t.a.v. kinderen en jongeren in Vlaanderen en België

Geweld tegen kinderen en jongeren vormt een ernstige schending van hun recht op ontwikkeling en brengt de noodzakelijke zorg en bescherming in gevaar.

Het Kinderrechtencommissariaat ontvangt jaarlijks veel klachten rond geweld waarvan kinderen het slachtoffer zijn. De geweldsvormen zijn divers, zowel naar aard (fysiek, seksueel, psychologisch) als naar intensiteit. Daders zijn onder anderen ouders, leraars, opvoeders, andere kinderen of onbekenden. En ook de context verschilt: in het gezin, op school of in de vrije tijd (bijvoorbeeld de sportclub of de jeugdbeweging).

Het scholenonderzoek van 2018 laat zien dat bijna 7 op 10 minderjarigen het voorbije jaar minstens één keer vernederd of gediscrimineerd werden op school. De helft zegt dat dit ook gebeurt in het eigen gezin. 54% van de jongeren gaf aan de afgelopen zes maanden slachtoffer te zijn geweest van cyberpesten

In de 'Sexpert-studie' uitgevoerd in 2011-2012 geven 16,6% van de respondenten aan seksueel grensoverschrijdend gedrag mee te maken vóór 18 jaar. 1 op 5 van de meisjes en 1 op 10 van de jongens.

Grensoverschrijdend gedrag t.a.v. kinderen en jongeren binnen de hulpverlening

Zeker deze kinderen en jongeren zijn extra kwetsbaar, vooral als ze uit huis geplaatst zijn.

Hoe vaak grensoverschrijdend gedrag voorkomt in de Vlaamse residentiële jeugdhulp is niet bekend.

Uit Nederlands onderzoek, dat ook al beperkt beschikbaar is, komt naar voren dat veiligheid in de residentiële jeugdhulp niet vanzelfsprekend is. Zo voelen zowel jeugdigen als pedagogisch medewerkers in justitiële inrichtingen zich regelmatig onveilig en is er regelmatig sprake van grensoverschrijdend gedrag (Binsbergen, 2003).

Verder rapporteren jeugdigen die residentieel zijn geplaatst bijna twee keer zo vaak seksueel misbruik (zowel binnen als buiten de instelling) dan jeugdigen die thuis wonen. Uit het onderzoek van de Commissie Samson (2012) blijkt dat meisjes twee keer zo vaak slachtoffer worden als jongens en dat onder toezicht gestelde jongeren met een (lichte) verstandelijke beperking een drie keer zo hoog risico lopen als onder toezicht gestelde jongeren zonder verstandelijke beperking.

Dat geplaatste kinderen en jongeren kwetsbaarder zijn voor mishandeling en misbruik dan zij die bij hun eigen ouders wonen, heeft meerdere oorzaken (Commissie Samson, 2012; Uliando & Mellor, 2012). Enerzijds door eerdere ervaringen van misbruik en mishandeling in het verleden en het risicovol en grensoverschrijdend gedrag dat ze hierdoor zelf ontwikkelen. Anderzijds door het feit dat kinderen en jongeren in de residentiële jeugdhulp en jeugdbescherming zich in een afhankelijkheidsrelatie bevinden.

In afhankelijkheidsrelaties in de zorg zijn verschillende soorten grensoverschrijdend gedrag te onderscheiden, zoals het onthouden van zorg en verwaarlozing, psychisch grensoverschrijdend gedrag zoals pesten of schelden, discriminatie, schending van rechten, mishandeling of seksueel misbruik.

In een onderzoek onder professionals naar seksueel misbruik in de residentiële jeugdhulp, bleek dat het in de helft van de gevallen gaat om seksueel misbruik tussen groepsgenoten; in 35 procent van de gevallen om seksueel misbruik door volwassenen die betrokken zijn bij de zorg (meestal een pedagogisch medewerker), en in 15 procent om seksueel misbruik door andere volwassenen of leeftijdgenoten (Timmerman et al., 2012). Een aanzienlijk deel van het seksueel misbruik blijft onzichtbaar en is niet bekend.

Grensoverschrijdend gedrag t.a.v. volwassenen in België

Het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (2010) constateert volgende cijfers in 'Ervaringen van vrouwen en mannen tussen 18 en 75 jaar met psychologisch, fysiek en seksueel geweld'.

Ervaren geweld in de loop van het leven

Bevraagd over het ervaren geweld vanaf de leeftijd van 18 jaar, zegt 41,5% van de respondenten slachtoffer te zijn van verbaal geweld, 22% van intimidaties, en 15% van fysieke agressie. Vooral vrouwen (5,6 %) zijn slachtoffer van seksueel geweld (tegenover 0,8% van de mannen).

Partnergeweld

12,5% van de respondenten verklaart dat zij de laatste 12 maanden minstens één keer een gewelddadige handeling meemaakte van hun (ex)partner: 14,9% van de vrouwen en 10,5% van de mannen.

Binnen partnerrelaties kom vooral psychologisch of verbaal geweld veel voor: 11% van de respondenten. 1,3% ervaart fysiek geweld in de partnerrelatie. Vrouwen worden vaker dan mannen slachtoffer van ernstig en zeer ernstig partnergeweld. 

Geweld binnen de familiale sfeer

13% van de respondenten werd de afgelopen 12 maanden slachtoffer van verbaal geweld binnen de familiale sfeer. Dit wil zeggen dat het gepleegd werd door ouders, broers of zussen, enzovoort... 1,3% ondervond psychologisch geweld.

Grensoverschrijdend gedrag t.a.v. mensen met een beperking

Kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking zijn extra kwetsbaar. Ze vertonen over het algemeen zelf vaker grensgrensoverschrijdend gedrag dan mensen zonder verstandelijke beperking. Ze maken het zelf ook vaker mee. Veelvoorkomende vormen van grensoverschrijdend gedrag bij hen zijn pesterijen, agressief gedrag, zelf beschadigend gedrag en seksueel ongepast gedrag (Van Berlo et al. 2011; Hughes et al 2011).

De afhankelijkheid van ondersteuning maakt hen bovendien extra kwetsbaar voor grensoverschrijdend gedrag van begeleiders/hulpverleners. Daarbij gaat het vooral om het niet serieus nemen van zorggebruikers, hen kleineren en hen aan strenge regels onderwerpen. Ook misbruik door begeleiders komt voor. Daarnaast kunnen medezorggebruikers voor onveiligheid zorgen.

Omdat mensen met een verstandelijke beperking niet altijd kunnen vertellen wat hen is overkomen, kan dit ook lang onopgemerkt blijven. (Janssens et al., 2012).