Je kan leren om de oorzaken van stress anders te beoordelen en een andere manier zoeken om ermee om te gaan. Veel hangt daarbij af van hoe jij de situatie beoordeelt en hoe je met de stress omgaat.
Stress is het gevolg van hoe jij de reden van stress beoordeelt en ermee omgaat. Allerlei factoren bepalen hoe je er mee omgaat: je intelligentie, waarden en normen, overtuigingen...
Vragen die je in overweging kan nemen bij de confrontatie met de redenen van stress:
Je kan op verschillende manieren omgaan met stress.
Probleemgericht: je pakt het probleem doordacht aan en probeert het te controleren. Je hebt het gevoel dat je de stressprikkel kan beïnvloeden. Emotiegericht: je probeert de onprettige emoties die het gevolg zijn van stress te verminderen of te controleren, niet de oorzaak. Je hebt het gevoel dat je de stressprikkel niet kan beïnvloeden.
Actief: je gaat aan de slag met het probleem
Passief: je past je interpretatie of reactie aan. Je zoekt afleiding om niet aan het probleem te denken.
Eén strategie is niet zaligmakend. Je kan niet voorspellen welke strategie het beste voor jou werkt. Dat hangt af van de aard, de ernst en de duur van de situatie.
Een probleemgerichte aanpak werkt doorgaans goed als het probleem controleerbaar is, maar is niet zo efficiënt als je niets kan veranderen aan de situatie.
Ben je flexibel in je copingstrategieën? Dan ben je beter gewapend tegen stressvolle situaties. Actief omgaan met stress is globaal gezien efficiënter dan passief omgaan met stress. Je werkt aan het probleem en dat geeft een gevoel dat je daadwerkelijk de situatie kan beïnvloeden. Een passieve stijl kan leiden tot gevoelens van machteloosheid, wat je weer stress kan bezorgen.
Actief |
Passief |
|
Emotiegericht |
|
|
Probleemgericht |
|
|