Ouders/andere familieleden

Ouders van minderjarigen worden bij ernstig of zeer ernstig grensoverschrijdend gedrag steeds op de hoogte gebracht, tenzij er ernstige en goed onderbouwde tegenindicaties zijn.

Wel moet er worden nagegaan op welke wijze ouders of opvoedingsfiguren ingelicht worden. Daarnaast maak je ook de afweging of de ouders van de andere jongeren uit de organisatie moeten worden ingelicht.

Geef naast een omschrijving van de situatie ook uitleg over de aanpak die je als voorziening hanteert in het omgaan met een incident. Dit kan ouders een gevoel van veiligheid geven. Informeer hen ook over de mogelijke stappen die zij zelf als ouders kunnen zetten.

Wees er aandachtig voor dat ouders ook een eigen verleden als fragiel, gekwetst kind kunnen hebben. Het verhaal van hun kind kan dan mogelijks als trigger voor hun eigen negatieve levenservaringen werken.

Hou hierbij rekening dat de kwetsbaarheid van de ouder(s) een reactie op het verhaal van hun eigen kind kan kleuren. Hou dus steeds in het achterhoofd dat de beslissing om ouders al dan niet in te lichten gebaseerd moet zijn op het belang van de jongere.

Tot slot kan ook nagedacht worden over de wijze waarop ouders worden ingelicht.

Mogelijkheden hierbij zijn: ouders uitnodigen voor een individueel gesprek (en hen eventueel laten bijstaan door een vertrouwensfiguur die hen nadien kan opvangen), via een groepsgesprek met alle ouders, via een brief, per telefoon,…

Andere jongeren uit de leefgroep

Stel jezelf de vraag of het aangewezen is om de andere jongeren van de leefgroep ook op de hoogte te brengen van het incident waarbij enkele van hun organisatie betrokken waren.

Het zou kunnen dat de andere jongeren van de leefgroep bepaalde spanningen hebben opgemerkt en voelen dat er iets gaande is.

Om te vermijden dat er speculaties zouden rondgaan en verhalen hun eigen leven leiden, kan geopteerd worden om alle jongeren van eenzelfde verhaal te voorzien, alsook de gevolgen die dit gedrag met zich mee heeft gebracht.

Hierbij is het vooral van belang aan te geven welke stappen ondernomen zijn om veiligheid te garanderen en hoe er verder met het incident zal worden omgegaan. Ook als er politie, inspectie, ouders of familie naar de organisatie komen, is het belangrijk om uitleg te geven over wat er gebeurt.

Door iedereen op de hoogte te brengen van het grensoverschrijdend gedrag, geef je het signaal dat dergelijk grensoverschrijdend gedrag niet getolereerd wordt binnen de organisatie. Deze transparantie kan bij de doelgroep een gevoel van veiligheid creëren.

Wees alert voor de emoties die dergelijk nieuws bij de anderen teweeg kan brengen.

Als je de anderen inlicht, is het belangrijk om hierbij duidelijk te communiceren wat je wel of niet van hen verwacht. Het is namelijk niet de bedoeling dat zij in de rol van opvoeder, politie of rechter kruipen en de jongere die grensoverschrijdend gedrag heeft gesteld extra in de gaten zullen houden of hiervoor straffen.

Geef aan dat zij niet verantwoordelijk zijn voor hetgeen er gebeurd is en dus ook geen acties dienen te ondernemen naar de betrokkenen.

Hulpverleners

Indien er in het netwerk van de betrokkene reeds hulpverleners betrokken zijn, kan het een meerwaarde zijn om hen ook op de hoogte te brengen van het grensoverschrijdend gedrag. Denk hierbij maar aan therapeuten, gezinsbegeleiders, psychologen, psychiaters,…

Zeker in het teken van zorg verlenen ten aanzien van de betrokkenen, kan worden nagegaan of het incident onderwerp kan uitmaken van de eventueel lopende begeleiding.

Anderen

Ga na in hoeverre het van belang is om andere instanties (zoals school, jeugdbeweging, hobbyclub, vrijwilligerswerking,…) die een rol spelen in het leven van de betrokkenen in te lichten over het gestelde seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘need to know’ en ‘nice to know’.

Wanneer er beslist wordt om andere instanties op de hoogte te brengen ook nadenken over de inhoud van te geven boodschap.

Mogelijks is het niet nodig of aangewezen om hen in detail in te lichten over de exacte aard van het grensoverschrijdend gedrag, maar wel een algemene boodschap mee te geven waardoor zij weten dat de betrokkenen extra ondersteuning nodig kan hebben met betrekking tot bijvoorbeeld het aanvoelen van grenzen...

Hou hierbij steeds rekening met het beroepsgeheim en/of de geldende deontologische code. Aarzel, in geval van twijfel, zeker niet om hierover advies in te winnen.