Soms is een cliënt niet instaat om tegenstrijdige gevoelens tegenover anderen te beleven: de ander is ofwel helemaal goed, ofwel helemaal slecht. Dat uit zich ook in de omgang met de begeleiding. Een deel van het team ondervindt geen of weinig problemen met de cliënt. Andere teamleden ervaren de cliënt als moeilijk. Ze krijgen er geen vat op en worden juist wanhopig. Deze methodiek helpt teamsplitting te voorkomen en bespreekbaar te maken.
Splitting is het verschijnsel waarbij een cliënt niet in staat is tegenstrijdige gevoelens tegenover anderen te beleven: de ander is ofwel helemaal goed, ofwel helemaal slecht.
Een deel van het team ondervindt geen of weinig problemen met een als moeilijk ervaren cliënt. Andere teamleden krijgen er geen vat op en worden juist wanhopig.
De begeleidingsvisies en -ervaringen kunnen uiteindelijk zodanig gaan verschillen dat er een tweedeling ontstaat. Dat kan verwoestend werken op de zorgverlening en op de onderlinge relaties tussen begeleiders.
Om dit tegen te gaan werkt Ons Erf van UNIE-K vzw met de strategie van autorisatie: het overdraagbaar maken van de autoriteit van een directe begeleider.
Autorisatie gaat ervan uit dat je een ketting het best verstevigt door aan te sluiten bij de stèrkste (!) schakel. Dit is de persoon die het meeste vertrouwen geniet van de cliënt.
In de wandelgangen van Ons Erf zijn ze deze methodiek ‘de Sint en Pieten methodiek’ gaan noemen.
De begeleider bij wie de zorg voor die bepaalde cliënt goed verloopt, wordt de ‘Sint’ voor deze cliënt.
De begeleiders bij wie het met deze cliënt moeilijk of niet klikt worden de ‘Pieten’.
De Pieten kunnen bepaald gedrag van de cliënt beleven als manipulatief, terwijl de Sinten ditzelfde gedrag zien als een signaal dat de cliënt steun nodig heeft.
Hoe groter de kloof tussen de Sinten en de Pieten hoe meer kans op teamsplitting.
De Sint en Pieten-methodiek maakt deze verdeeldheid bespreekbaar en zorgt ervoor dat begeleiders ‘Piet-zijn’ niet als een persoonlijk falen zien, maar als een feitelijk gegeven.
Het voorkomt dat afspraken rond de aanpak van een cliënt enkel moeten aansluiten bij de ‘zwakste’ schakel van het team. Ook de sterkere schakels kunnen hun kansen blijven grijpen bij de cliënt.
Ga met het team na welke de moeilijkste situaties en momenten zijn met de cliënt.
Stel voor die bepaalde cliënt een hiërarchie vast: bij welke begeleider(s) verlopen die situaties en momenten goed of beter?
De hoogst geklasseerde(n) word(en) Sint, de andere Pieten.
Ga na hoe je de uurroosters van Sint en Pieten op elkaar kan afstemmen.
In een eerste fase is het de bedoeling dat enkel de Sint handelt in de specifieke situatie waar het moeilijk loopt en dat de Piet observeert:
In een tweede fase neemt de Piet geleidelijk aan meer en meer handelingen over. In eerste instantie in nadrukkelijke aanwezigheid en/of met hulp van de Sint. Geleidelijk neemt de Piet over, met de Sint in zijn nabijheid.
Na verloop van tijd neemt de Sint letterlijk afstand (bijvoorbeeld: eerst samen in de badkamer, dan de Piet in de badkamer en de Sint aan de deur, nadien de Sint op de gang en uiteindelijk volledig uit het zicht).
Evalueer regelmatig en stuur bij waar nodig.
Bron: Ons Erf – Unie-K vzw