Spreek over welke doelen je nastreeft

We streven naar een wereld waarin leerlingen en leraren spontaan in een open dialoog treden over relaties en seksualiteit.

Van een schoolsfeer waarin ze hun vragen en bekommernissen durven uiten. Waarin ze actief luisteren naar elkaars ideeën over vriendschap, liefde, relaties, seksualiteit.

Om zo na te denken over wat voor hen belangrijk is, weloverwogen keuzes te maken, en daar op een effectieve manier naar te handelen.

Om zelf aan te voelen waar ze klaar voor zijn, en zich weerbaar kunnen opstellen. We willen dat jongeren altijd rekening houden met de wensen, verwachtingen en grenzen van anderen, online en offline.

We willen dat iedereen op zijn of haar manier van seksualiteit geniet, steeds rekening houdend met de ander.

Spreek over welke omgeving je wil creëren

We streven naar een leeromgeving waarin iedereen, leraren en leerlingen, zich geaccepteerd voelt en gewaardeerd wordt, ongeacht hun uiterlijk, relationele of seksuele ervaring, genderbeleving of seksuele oriëntatie.

Waardoor iedereen zich goed in zijn of haar vel voelt, ondanks soms negatieve of discriminerende boodschappen uit hun omgeving.

  • Waar iedereen wordt aangeleerd hoe ze op een respectvolle manier met elkaar kunnen omgaan.
  • Waar discriminerend en respectloos gedrag wordt afgekeurd en de slachtoffers zo goed mogelijk worden begeleid.
  • Waar leerlingen elkaars privacy respecteren, elkaar helpen, of samen hulp zoeken.

We proberen om een goede klassfeer te creëren, waarbij de leerlingen en leraren van een wederzijds vertrouwen genieten.

Leraren zijn rolmodellen voor leerlingen en dienen zich dus ook te weerhouden van seksistische, homofobe of anders discriminerend opmerkingen en seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Verwijs naar de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie

Je kan nog enkele zaken toevoegen over je (pedagogische/didactische) visie op seksualiteit.

Bijvoorbeeld:

Onze school vertrekt vanuit de definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie van seksuele gezondheid.

Seksuele gezondheid is een staat van fysiek, mentaal en sociaal welbevinden in relatie tot seksualiteit, het is meer dan de afwezigheid van ziekte, disfunctie of zwakte. Het vereist een positieve en respectvolle aanpak van seksualiteit en seksuele relaties, alsook de mogelijkheid om leuke en veilige seksuele ervaringen te hebben, vrij van dwang, discriminatie en geweld. Om seksuele gezondheid te bereiken en te behouden moeten de seksuele rechten van alle personen worden gerespecteerd, beschermd en vervuld.

Dit betekent dat we leerlingen proactief informatie geven waardoor ze in staat zijn om zelf bewuste keuzes te maken rond relaties en seksualiteit.

We werken op school niet enkel aan de preventie van risico’s zoals seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksueel overdraagbare aandoeningen en ongeplande zwangerschap.

Jongeren hebben recht op kennis over hun lichaam, over sociale omgangsregels en conflicthantering, over hoe ze hun relatie en seksleven kunnen verbeteren, …

Om dit te bereiken laten we leerlingen nadenken over wat zijzelf belangrijk en waardevol vinden aan relaties en seksualiteit. Leerkrachten leggen hierbij niet hun eigen mening op, leerlingen moeten immers een eigen mening ontwikkelen, ook als die anders is dan die van de rest van de klas of maatschappij.

De klas is een plek waarin jongeren in een veilige context kunnen experimenteren met het formuleren van een mening en met het duurzaam samenleven. We dagen élke leerling uit om te luisteren naar anderen en kritisch te zijn voor zowel hun eigen mening als die van een ander.

De leraren bewaken wel enkele grenzen in de klasdiscussies. De klassfeer moet veilig blijven voor iedereen, er is dus geen plaats voor racistische, seksistische of anders discriminerende boodschappen.

De school bewaakt de democratische waarden van de samenleving en de seksuele rechten van de burgers. Meningen die oproepen tot geweld of haat, die anderen ontmenselijken, die de gelijkwaardigheid van burgers ondermijnt worden niet getolereerd.

We vinden het belangrijk dat leerlingen eenduidige boodschappen krijgen van het onderwijspersoneel. Daarom worden er duidelijke afspraken en regels gecommuniceerd, net als wat er gebeurt bij het overtreden van deze regels.

Om seksuele situaties in te schatten gebruiken we het Sensoa Vlaggensysteem.

Seksuele ontwikkeling start bij de geboorte en duurt een heel leven lang. Ook kleuters hebben recht op informatie en een antwoord op hun vragen. Deze informatie dient op maat van de kleuters te worden gegeven.

De kleuters en kinderen tot 12 jaar krijgen geen seksuele vaardigheden aangeleerd. Ze leren wel hoe ze op een gepaste manier met elkaar kunnen omgaan, vaardigheden die ze later nodig hebben om gezonde relaties aan te gaan.

Het lerarenteam bekijkt onderling op welke leeftijd welke lesinhouden aan bod komen en baseren zich hiervoor op wetenschappelijk onderbouwde documenten, zoals de WHO Standards for Sexuality Education in Europe.

Aangezien leerlingen zich op elke leeftijd nieuwe, andere vragen stellen bieden we seksuele opvoeding aan in elk jaar, waarbij we streven naar een logische graduele opbouw van het curriculum.

Over de omgang met hulpvragen

Gezien de gevoelige aard van seksualiteit dient er zorgvuldig en discreet omgegaan te worden met hulpvragen van leerlingen over seksualiteit. Aangezien ze beroepsgeheim hebben zijn CLB-medewerkers de meest aangewezen persoon om de leerling naar door te verwijzen.

De CLB-medewerker voor deze school is [naam invoegen]. Deze medewerker werd geconsulteerd bij het schrijven van deze visietekst. Om de stap naar het CLB te verkleinen werkt onze school met een groene leerkracht/vertrouwensleerkracht.

Deze leerkracht heeft ambtsgeheim (geen beroepsgeheim) en dient dus discreet om te gaan met vragen van leerlingen. Deze leerkracht mag echter wel informatie delen met collega’s indien nodig. De groene leerkracht op deze school is: [naam invoegen]

Over de rol van ouders en leerlingen

Ouders zijn de eerste en voornaamste opvoeders van hun kinderen. De school verwacht van ouders dat ze hun kinderen van jongs af aan sociale omgangsvaardigheden en -regels meegeven.

Bij jongeren dienen ook de seksuele omgangsregels te worden meegegeven. Ouders worden geconsulteerd bij het opstellen van deze visietekst en het gezondheidsbeleid op school.

De school is decretaal verplicht om erop toe te zien dat de eindtermen worden behaald en zal dus misschien niet elk verzoek van een ouder kunnen inwilligen.

Leerlingen worden verwacht om actief betrokken te zijn bij de relationele en seksuele vorming op school. Ze krijgen inspraak in de thema’s die ze behandeld willen zien.

De school is echter decretaal verplicht om erop toe te zien dat de eindtermen voldoende worden behaald. Leerlingen worden geconsulteerd bij het opstellen van deze visietekst en het gezondheidsbeleid op school.

Over veelvoorkomende mythes

"Je moet de kat niet bij de melk zetten."

Seksuele opvoeding op school leidt niet tot een eerste keer seks op jongere leeftijd.

Integendeel, wetenschappelijke studies tonen net dat de eerste keer pas op latere leeftijd gebeurt als jongeren duidelijke, correcte informatie krijgen en gestimuleerd worden om bewuste, verantwoordelijke keuzes te maken rond seksualiteit.

"Seksuele opvoeding ontneemt kinderen hun onschuld”, oftewel "Laat kinderen toch kinderen zijn”

Kinderen ontwikkelen zich seksueel vanop jonge leeftijd. Denk maar aan kleuters die elkaars lichaam ontdekken door ‘doktertje’ te spelen. De helft van het seksueel grensoverschrijdend gedrag bij minderjarigen wordt veroorzaakt door leeftijdsgenoten.

Door kinderen wetenschappelijk correcte, leeftijdsadequate en volledige informatie te geven leren ze om gepast gedrag te stellen, rekening houdend met de grenzen van anderen. Kleuters leren over vriendschap, relaties, familie, emoties, hun lichaam, …

Deze leerstof wordt op latere leeftijd herhaald maar op een diepgaander, leeftijdsadequaat niveau. Op latere leeftijd worden thema’s zoals puberteit, anticonceptie en gezinsplanning geïntroduceerd.

We leren kinderen tot 12 jaar geen seksuele handelingen aan, wel sociale vaardigheden en attitudes. Op latere leeftijd bouwen ze verder op deze principes om gezonde sociale, romantische en seksuele relaties aan te gaan.

“Seksuele opvoeding en een open attitude t.o.v. seksualiteit maakt het voor pedofielen gemakkelijker om kinderen te misbruiken.”

Het omgekeerde is waar. Als kinderen leren over gelijkwaardigheid en respect in relaties, dan hebben ze sneller door wanneer relaties en situaties gewelddadig worden.

De openheid is nodig zodat kinderen hulp durven zoeken, bijvoorbeeld na seksueel grensoverschrijdend gedrag.