Ben je je plan aan het uitvoeren of voer je een verandertraject door? Volg de werkzaamheden dan regelmatig op en check of je nog op koers bent. Bereik je wat je wil bereiken? Stuur het proces bij waar nodig. En evalueer op het einde of alles gelopen is als je wilde en leer eruit voor een volgende keer.
Opvolgen wil zeggen dat je tijdens je werkzaamheden nagaat of je nog op koers zit. Loopt de verandering wel zoals ze moet lopen en doet iedereen wat afgesproken werd?
Opvolgen betekent dus dat je toezicht houdt en checkt of de richtlijnen en afspraken nageleefd worden. Belangrijk daarbij is dat je een cultuur creëert elkaar durft aan te spreken op gedrag.
Is de verandering al een tijd ingevoerd? Ga dan na of je bereikt hebt wat je wilde bereiken. Dat is om verschillende redenen nuttig en interessant.
Vraag je al bij de start van je project af wat je precies zal evalueren en wie je bij de evaluatie gaat betrekken. Alleen de leden van de werk- of projectgroep? Wat met de directie? En de andere collega’s? En wat met de cliënten?
Mogelijke evaluatievragen:
Het product:
De gevolgde procedure of stappenplan:
Het samenwerkingsproces:
Houd de evaluatie al in je achterhoofd op het moment dat je beslist om een project op te zetten en als je de huidige toestand analyseert. Op basis van die analyse beslis je welke acties je gaat opzetten. Deze analyse is je nulmeting.
Als je een actieplan opstelt, stel je dus tegelijk een evaluatieplan op. Daarin bepaal je wat je met wie, wanneer en hoe zult evalueren.
Voor welke evaluatievorm je kiest, hangt af van het onderwerp, de aanleiding, de mogelijkheden (tijd en geld) en van de bereidheid van de medewerkers om mee te werken.
Elke vorm heeft zijn voor- en nadelen:
Voordelen | Nadelen | |
Enquête/ vragenlijst schriftelijk |
|
|
Enquête/ vragenlijst schriftelijk |
|
|
Individueel interview |
|
|
Groepsinterview |
|
|
Klinkt dat allemaal als een erg verbale en rationele manier van werken? Dat is het ook. En daar is op zich niets mis mee.
Je kunt voor dezelfde inhouden ook evaluatiemethoden inzetten waarin de deelnemers zich op een andere manier uitdrukken. Met tekeningen, voorwerpen, metaforen of symbolen bijvoorbeeld.
Je stelt een vraag en laat de mensen hun ervaring tekenen of een afbeelding kiezen die het meest hun ervaring weerspiegelt of symboliseert. Beelden helpen vaak om ervaringen onder woorden te brengen en onverwachte aspecten aan het licht te brengen.
Door verbale en non-verbale evaluatietechnieken te combineren krijg je een genuanceerd beeld.
Breng verslag uit over de evaluatie. Bij de leden van de werk- of projectgroep doe je dat uitgebreider dan aan de andere medewerkers.
Belangrijk is dat je de behaalde resultaten zichtbaar maakt. Wat heeft het al opgeleverd en waar liggen nog uitdagingen om het nog beter te doen? Dat enthousiasmeert en geeft goesting om verder te werken.
Lijst op:
Je maakt met andere woorden de beleidscyclus rond. Vanuit je visie en toekomstwensen (‘Willen’), je analyse van de huidige situatie en noden (‘Weten’) en de gestelde prioriteiten ('Wegen’) besliste de projectgroep bijvoorbeeld om te werken aan een opvang en nazorg procedure.
Je testte ze gedurende een bepaalde periode uit in de praktijk. Nieuwe kansen en knelpunten komen naar boven. Je bent weer bij ‘Willen’ en ‘Weten’ aanbeland.