Lees hier alles over de functie en het takenpakket van referentiepersonen in asielcentra.
Referentiepersonen zijn medewerkers in asielcentra die:
Het team referentiepersonen wordt idealiter samengesteld uit iemand met een leidinggevende rol en iemand met een begeleidende rol.
Een leidinggevende heeft het mandaat om knopen door te hakken wanneer acties en/of maatregelen genomen worden met een grote impact op de algemene werking van het centrum.
Iemand uit het begeleidingsteam staat dichter bij de bewoners en heeft samen met collega’s meer voeling voor de noden en behoeften van bewoners, collega’s en eventueel externen.
Het takenpakket van de referentiepersonen is als volgt:
Om de opvangcentra te ondersteunen en op elkaar af te stemmen, werd in 2020 een aanpak integriteit geïntroduceerd voor alle opvangcentra. Dit gebeurde binnen het R-Sense project.
Binnen de opvangcentra wordt er steeds gestreefd naar een veilige en leefbare omgeving, waar de integriteit van medewerkers, bewoners en externen gewaarborgd wordt.
Integriteit verwijst naar persoonlijke, lichamelijke, relationele en seksuele integriteit.
Vertaald naar de werking van een opvangcentrum betekent dit werken rond de thema’s:
Referentiepersonen R-Sense kunnen zich daarvoor baseren op drie basisprincipes. De aanpak integriteit is gebaseerd op drie principes die het uitgangspunt vormen voor de persoonlijke aanpak die per opvangcentrum uitgewerkt kan worden.
Medewerkers zijn aanspreekbaar inzake normen & waarden, liefde, relaties, seksualiteit, seksuele gezondheid en (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en promoten openheid rond deze thema’s.
Medewerkers respecteren het recht van bewoners op fysiek, seksueel en relationeel welbevinden. Medewerkers hebben aandacht voor de structurele beperkingen op vlak van privacy van bewoners.
Opvangcentra zetten in op een veilig leefklimaat voor medewerkers en bewoners, met aandacht voor effectieve veiligheid en het persoonlijk veiligheidsgevoel.
Centra zetten in op het erkennen en verminderen van (het risico op) (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.
Medewerkers hebben een open en positieve houding ten aanzien van de thema’s normen en waarden, liefde, relaties, seksualiteit, seksuele gezondheid en grenzen.
Bewoners kunnen op een veilige manier melding maken van een aantasting van hun integriteit.
Bij situaties van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag reageren centra steeds op een professionele wijze, zowel t.a.v. pleger, slachtoffer als getuige, met oog voor sanctie, herstel, zorg en begeleiding.
Deze basisprincipes zijn het resultaat van het werk van de 'werkgroep R-Sense – aanpak integriteit voor centra' waar medewerkers van Caritas, Fedasil, Rode Kruis Vlaanderen en Sensoa aan deelnamen en zijn bekrachtigd door een stuurgroep.
Centra werken een aanpak uit op 3 niveaus.
Dit is de top van de driehoek. Hieronder vallen alle acties die te maken hebben met het reageren op een incident op korte en lange termijn.
Bijvoorbeeld: elke medewerker gebruikt het handelingsprotocol bij een incident van SGG.
Dit is de middelste laag van de driehoek. Dit zijn de acties die je neemt om situaties van seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen.
Bijvoorbeeld: iedere medewerker weet waar het handelingsprotocol te vinden is en hoe het te gebruiken.
Is de basis van de driehoek en beschrijft de principes die aan de basis liggen van de aanpak integriteit in het opvangcentrum.
Bijvoorbeeld: we willen dat alle medewerkers op een uniforme manier reageren op een situatie van SGG
De aanpak integriteit voor opvangcentra wordt schematisch voorgesteld in de integriteitsdriehoek:
Om referentiepersonen te ondersteunen een aanpak uit te werken voor het eigen centrum werd een stappenplan opgesteld.
Dit stappenplan helpt referentiepersonen om een beleidsaanpak uit te werken voor het eigen centrum.
Het is gebaseerd op 6 W’s:
Wat willen we bereiken? Hoe motiveren we het team?
Wat weten we over de manier van werken in het opvangcentrum? Wat kan nog verder onderzocht worden?
Wat zijn de prioriteiten? Kan het team zich daar in vinden?
Hoe gaan we werken aan onze prioriteiten? Hoe zorgen we ervoor dat acties uitgevoerd en opgevolgd worden?
Hoe wordt het proces geëvalueerd en bijgestuurd? Wat als een referentiepersoon uitvalt?
Welke acties blijf je uitvoeren? Hoe houd je het thema op de agenda?