Als je jongeren gewenst seksueel gedrag wil aanleren, concretiseer je best wat aanvaardbaar is. Leer hen welk gedrag voor iedereen fijn is en geen grenzen overschrijdt.
Doe dat door:
Sommige mensen, en zeker jongeren, laten zich meer leiden door hun gevoelens. Benoem samen met de persoon wat ze voelen alvorens ze over een grens gaan:
Werk eventueel met een lijst van kernwoorden. Zo kan je het exacte gevoel helpen benoemen. Voorbeelden van kernwoorden zijn: angstig, benauwd, fier, gespannen, opgewonden, zenuwachtig, …
Ga op zoek hoe de persoon deze gevoelens op een aanvaardbare manier kan uiten:
Afhankelijk van het cognitief vermogen, werk je met open vragen of met een keuzelijst. Mogelijke keuzes zijn: tot 10 tellen, mezelf afvragen hoe de ander zich erbij voelt, interesse tonen, een compliment geven, lief lachen, een gesprek met hem/haar aangaan, …
Heeft de persoon iets gedaan wat niet oké is? Blijf dan rustig en beschrijf wat je ziet, zonder daar meteen een oordeel aan te verbinden.
Is iemand bijvoorbeeld in een open plek met zijn piemel aan het spelen? Zeg dan: "Je bent met je piemel aan het spelen." En niet: "Ben je daar nu weer mee bezig? Straks valt hij eraf!"
Als je de persoon een keuze geeft, zal die zich minder verzetten. Hij voelt dan dat hij ook mag bepalen wat er gebeurt. Keuzes maken is voor de jongere een goede oefening in het zelfstandig nemen van beslissingen.
Bijvoorbeeld: Jongeren gaan met heel de klas zwemmen. De leraar zegt: "Iedere leerling is vrij om te kiezen om zich om te kleden in een apart kleedhokje of gezamenlijk in groep."
Moet je de persoon regelmatig ergens aan herinneren? Doe dat dan niet steeds met een heel verhaal. Vaak is één woord effectiever dan een lange preek.
"Broek aan." of "Stop!"
Laat horen wat jij voelt of denkt, zonder de persoon daarbij aan te vallen. Zo leert hij dat het gedrag altijd een effect heeft op anderen. Let op dat je niet het slachtoffer gaat spelen.
Zeg bijvoorbeeld: "Ik voel me er ongemakkelijk bij dat je nu al sexy foto’s neemt en stuurt. Je bent nog maar 13 jaar oud. Naar mijn normen ben je nog wat te jong hiervoor."
Humor (of iets onverwachts doen) helpt ook om weerstand te verminderen.
"Doktertje spelen is fijn met twee, maar enkel in je slaapkamer is het oké."
Gedrag veranderen werkt het best door positief gedrag te benoemen en te bekrachtigen. Wees je bewust dat ongewenst gedrag kan voorkomen uit onmacht. Het kan een vraag zijn om hulp omdat men niet goed weet hoe men het juist kan aanpakken.
“Heb je nu weer een nieuw lief?” heeft een ander effect dan “Ik zie dat je veel jongens in je hart toelaat."
Breng samen in kaart wat het gewenst gedrag is. Vaak helpen ‘waarom’ of ‘hoe’-vragen’:
Met de persoon die het grensoverschrijdende gedrag stelde, ga je het gesprek aan over het incident en wat die persoon erbij voelde. Het doel is dat de persoon iets leert over zichzelf.
Wat voelde je in je lichaam, gedachten, gevoelens, net voor je over de grens ging?
Stel: je wordt nog eens opgewonden. Of je hebt nog eens interesse in iemand. Of je wil verder gaan omdat je zin hebt in seks of experimenteren.
Hoe kan je je de volgende keer gedragen als je dit nog eens voelt?
Iedereen heeft een andere strategie om met iemand contact te zoeken. Soms lukt het, maar soms ook niet. Misschien is het daarom belangrijk ons af te vragen hoe onze inspanningen overkomen.
Of: Wat vindt die andere leuk? Begin bij jezelf: veronderstel dat iemand jou graag beter wil leren kennen en contact zoekt. Wat zou je leuk of minder leuk vinden?
Leuk |
Niet leuk |
|
|