Herken, doorbreek en verander impliciete normen en regels die tijdens overlegmomenten heersen.
Aantal deelnemers: Min. 3 – Max. 12
Duur: 90 minuten
Materiaal: Post-it's, grote vellen papier, stiften,...
Opwarmers:
Werk zo zuiver mogelijk in de verschillende stappen. Stel je oordeel zo lang mogelijk uit.
Alle teams hebben eigen waarden, normen en regels. Sommige zijn heel expliciet aanwezig, andere bepalen haast onzichtbaar de manier van omgaan met elkaar.
Soms spreken normen elkaar tegen. Zo kan er de uitdrukkelijke norm bestaan dat je alles moet zeggen wat er op je hart ligt. Tegelijk kan er nog een andere, meer impliciete, norm bestaan die stelt dat je bepaalde teamleden niet ‘mag’ tegenspreken.
Zulke tegenstrijdigheden veroorzaken onzekerheden. Juist omdat ze het samenwerken en –spreken beïnvloeden is het belangrijk te weten welke normen en regels er in het team bestaan. En vooral of ze een positieve uitwerking hebben, of net niet.
Met deze oefening gaan we onze regels en normen inventariseren, beoordelen en waar nodig veranderen.
Vraag je teamleden om elk voor zich normen en regels te noteren die volgens hen bestaan tijdens het teamoverleg. Eén norm of regel per post-it. Schrijf zelf ook mee. Denk bijvoorbeeld aan normen en regels rond:
Zeg: “Het gaat er niet om of je die normen en regels goed vindt of niet. Wel om ze te verzamelen en boven water te krijgen. Schuif je oordeel erover nog even aan de kant.”
Sta nog geen discussie toe.
Ga samen na welke normen en regels herkend worden en welke niet. Vraag eventueel naar concrete voorbeelden. Zoek vervolgens een juiste formulering voor de bestaande groepsnormen. Schrijf ze per cluster op een nieuwe flap. Omschrijf ze zoals ze in werkelijkheid zijn. Niet hoe het team ze wil.
Volgende vragen en criteria kunnen daarbij helpen.
Belang
Ontstaan
Eensgezindheid
Dubbelzinnigheid
Vrijheid
Samenhang
Probeer de oude normen te verbeteren, zodat iedereen er zich in vindt.
Overloop ze aan het begin van elk overleg. Elk teamlid bewaakt ze mee tijdens het overleg.
Toch kan je ze boven water krijgen door goed te letten op ‘vage’ gevoelens die te herkennen zijn aan volgende signaalwoorden:
Reageer als je zo’n signaalwoord hoort. Tracht samen te omschrijven welke norm/regel bedoeld wordt.
Bron: Sova-groep (2003). Samen werken, samen leren. Werkboek sociale vaardigheden, theorie en oefeningen. Baarn: Nellissen.