Aantal deelnemers: min. 3 - max. 12

Duur: 45 minuten

Materiaal:

  • flipover: 1 flap 'juichen' en 1 flap 'zuchten'
  • stiften
  • post-its
  • tape

Zo speel je

Stap 1: elke deelnemer noteert op post-its zijn juich- en zuchtpunten

Iedereen schrijft op wat hem enthousiast maakt in de teamsamenwerking en het teamoverleg en waar hij last van heeft.

Per nota gebruik je één post-it.

Vraag naar evenveel juich- als zuchtpunten. Zo moet iedereen over beide aspecten goed nadenken.

Stap 2: elke deelnemer leest om de beurt zijn post-its voor en plakt ze op de flappen

Cluster ze zoveel mogelijk.

Stap 3: elke deelnemer geeft op beide flappen punten aan die clusters waarvan hij vindt dat ze verbeterd of versterkt moeten worden

Geef telkens 5 punten aan de belangrijkste cluster, 4 punten aan de volgende enzovoort.

Tel de punten bij de verschillende items op en bepaal zo de prioriteiten.

Stap 4: maak subgroepjes van 2 à 3 personen

Elk groepje gaat 15 minuten met één van de prioriteiten aan de slag.

Stap 5: geef volgende vragen mee en vraag om de antwoorden op een flap te schrijven

  • Hoe komt het dat de cluster versterking nodig heeft?
  • Wat gebeurt er als we hier verder niets mee doen?
  • Waarom is actie hier zo belangrijk?

Stap 6: elke subgroep licht kort zijn antwoorden toe

Stap 7: zoek samen naar mogelijke verbeteracties en stel een actieplan op

Bron: Steeds beter sessie - Samen werken aan verbetering. Uitgegeven door Staz.

Voor een andere aanpak van frustratiepunten kan je ook 'Het verbeterbord' uitproberen