Verzamel gegevens

Verzamel gegevens over incidenten en analyseer ze.

Zo weet je:

  • hoeveel incidenten er zijn;
  • welke vorm van grensoverschrijdend gedrag voorkomt;
  • waar de incidenten plaatsvinden;
  • wanneer ze zich voordoen;
  • wie het slachtoffer is;
  • wie de dader is;
  • wat de aanleiding is.

Als er niet voldoende informatie voorhanden is, vraag je je medewerkers om een periode meer intensief te registreren.

Spoor risico’s op met een bevraging

Zijn er onveilige plaatsen, tijdstippen, gebeurtenissen? Zijn er bepaalde praktijken bij het wassen, verzorgen, toezicht of controle waarbij de integriteit van de persoon in gevaar kan zijn?

Organiseer een bevraging bij het personeel of bij de doelgroep. De meest gekende techniek om mensen te bevragen is de enquête of de vragenlijst. Die vind je in alle soorten en maten. En het kan op papier of digitaal.

Deze manier van bevragen levert op relatief korte tijd veel en bovendien vergelijkbare informatie op. Vaak mist ze wel enig nuance.

Met mensen in gesprek gaan over hoe zij naar de risico’s op grensoverschrijdend gedrag kijken levert een schat aan informatie op.

Je kan dat doen door gewoon een gesprek aan te gaan tijdens een bewonersvergadering, een cliëntenoverleg of een teamvergadering. Of tijdens een functionerings – of exitgesprek.

Observeer risico’s op grensoverschrijdend gedrag

Ga eens op observatietocht in uiteenlopende, typische situaties die zich in je organisatie voordoen. En kijk met in het achterhoofd de vraag: wat in deze situatie zou oorzaak van frustratie kunnen zijn?

Observaties kosten tijd maar leveren zeer gedetailleerde informatie op over kenmerken van situaties en interacties. Informeer de betrokkenen over je observatieopdracht en het doel ervan.