Hoe omgaan met experimenteergedrag?

De lichamelijke ontwikkeling van personen met een disharmonisch ontwikkelingsprofiel verloopt dikwijls normaal.

Ook hun nieuwsgierigheid en interesse in relaties en seksualiteit is vaak vergelijkbaar met hun leeftijdsgenoten. Zij kunnen overgaan tot experimenteergedrag dat bij hun kalenderleeftijd hoort.

  • Is het oké dat jongeren en volwassenen met een disharmonisch profiel gaan experimenteren?
  • Moeten we hen extra beschermen omwille van hun jongere ontwikkelingsniveau?
  • Kan dit experimenteergedrag aanleiding geven tot over de grens gaan of slachtoffer worden van seksueel grensoverschrijdend gedrag?

Die vragen zijn terecht, maar het is even belangrijk dat zij ook de kans krijgen om te experimenteren en positieve ervaringen op te doen. Op die manier creëren zij ook leerkansen.

Als begeleider kan je deze ontwikkeling op een aantal manieren ondersteunen:

  • door met hen in gesprek te gaan;
  • door hen de gepaste informatie te geven, aangepast aan hun ontwikkelingsniveau, zodat ze het begrijpen;
  • door indien nodig duidelijke afspraken te maken: wat kan er wel en wat kan er niet;
  • door hen goed op te volgen en alert te zijn op seksueel grensoverschrijdend gedrag (als pleger en/of als slachtoffer);
  • door consequent en steeds op dezelfde manier te reageren.

Als er zich toch incidenten voordoen, gebruik ze dan als gelegenheid om er uit te leren.

Als we terugkijken naar het voorbeeld van de 18-jarige jongen met licht verstandelijke beperking die grote interesse toont in een meisje van 14, kunnen we ons afvragen:

  • Op welk niveau functioneert deze jongen?
  • Kan het zijn dat hij omwille van zijn beperking aansluiting vindt bij dit jongere meisje?
  • Wat denkt zij hiervan?
  • Als zij wil ingaan op zijn avances, welke mogelijkheden en moeilijkheden biedt de situatie dan?

Ondersteuning nodig?

Hij krijgt kansen om te experimenteren met verliefdheid, het verschil tussen een vriendinnetje en een liefje te leren, te leren onderhandelen.

Het is niet zeker dat hij met haar seksuele contacten zal willen hebben. Of misschien wil hij wel maar zij niet, of omgekeerd.

Hij zal ondersteuning nodig hebben:

  • Wat kan hij wel doen met zijn liefje? Hoe kunnen ze samen onderhandelen over activiteiten die ze willen doen?
  • Wat kan hij (nog) niet doen met haar? Hoe kan hij reageren als zij dingen vraagt die hij niet wil? Hoe kan hij leren omgaan met afwijzing door haar?
  • Hij moet opgefriste info krijgen over het lichaam van mannen en vrouwen, en over allerlei vormen van seksueel gedrag; over grenzen en privacy.
  • ...

Het kan zijn dat ze stoten op verschil in tempo, dat de ene sneller en meer wil dan de andere. Het kan zijn dat hij nog niet goed is in het leren zien van haar grenzen of in het leren erkennen van haar grenzen.

Het kan ook zijn dat hij onvoldoende zijn eigen grenzen aanvoelt en zich door haar laat overweldigen.

Op het moment dat een van deze moeilijkheden zich voordoet, is het van belang om hier op in te gaan en deze samen met deze jongen (en eventueel het meisje) te gebruiken als leerkansen.

Doe de check

Druk deze lijst af en benoem welke beschermingsfactoren je kan inbouwen om het relationeel of seksueel gedrag te faciliteren.

  • De jongeren voelen zich goed in hun vel.
  • De jongeren hebben zelf een positieve attitude ten opzichte van seksualiteit.
  • De jongeren ervaren een positieve attitude ten opzichte van seksualiteit bij hun ondersteuners.
  • De jongeren worden aanvaard in hun seksuele geaardheid.
  • De jongeren aanvaarden hun seksuele geaardheid.
  • De jongeren weten dat seksualiteit bespreekbaar is en dat ze hun vragen mogen stellen.
  • De jongeren krijgen ondersteuning op maat voor hun individuele noden rond seksualiteit.
  • De jongeren voelen zich erkend en gesteund in hun emotionele noden en behoeften.
  • De jongeren ontwikkelen elk op eigen tempo en de ondersteuning is hierop afgestemd.
  • De jongeren hebben toegang tot aangepaste informatie over seksualiteit en relaties.
  • De jongeren krijgen relationele en seksuele voorlichting.
  • De jongeren kennen de afspraken die gelden omtrent seksualiteit en relaties.
  • De jongeren krijgen uitwisselingskansen om met andere jongeren seksualiteit en relaties te bespreken, zowel formeel als informeel.
  • De jongeren hebben inspraak in wie hen fysieke verzorging biedt.
  • De jongeren hebben ruimte en privacy om hun eigen lichaam te ontdekken.
  • De jongeren hebben ruimte en privacy om te masturberen .
  • De jongeren hebben ruimte en privacy om ongestoord seksualiteit te beleven met een partner
  • De jongeren weten wat soa’s zijn.
  • De jongeren weten hoe ze soa’s kunnen vermijden.
  • De jongeren hebben kennis over voortplanting en zwangerschap.
  • De jongeren krijgen informatie over voorbehoedsmiddelen.
  • De jongeren hebben vrij toegang tot voorbehoedsmiddelen.
  • De jongeren hebben de vaardigheden om voorbehoedsmiddelen correct te gebruiken.
  • De jongeren hebben voldoende ontmoetingskansen om andere leeftijdsgenoten te leren kennen.
  • De jongeren hebben oefenkansen om relaties aan te gaan (online/offline).
  • De jongeren worden ondersteund in het aangaan en onderhouden van relaties (online/offline).
  • De jongeren kunnen benoemen wat voor hen fijn aanvoelt.
  • De jongeren kennen hun grenzen.
  • De jongeren kunnen benoemen als ze hun grens voelen.
  • De jongeren weten waar ze terecht kunnen als iets niet meer fijn aanvoelt.
  • De jongeren weten dat ze moeten stoppen als het voor de ander niet fijn aanvoelt.
  • De jongeren weten dat anderen ook hun grenzen hebben.
  • De jongeren voelen zich gesteund door hun omgeving, ook na een eventuele misstap.