Na grensoverschrijdend gedrag is het cruciaal om oog te hebben voor het slachtoffer en de benadeelden. Maak in de communicatie duidelijk dat het gedrag van het slachtoffer niet verkeerd is. Bepaal in welke mate het slachtoffer ervaren heeft wat er gebeurd is. Zorg zeker ook voor eerste opvang.
Als je de ernst van een situatie inschat en zodoende een kleur toekent, gaat dit in eerste instantie over het gedrag van degene die over de grens is gegaan. Het vaststellen van de kleur is ook interessant voor degene die benadeeld werd door dit gedrag. Belangrijk in de communicatie is dat je duidelijk maakt dat de kleur van toepassing is op het gedrag van de pleger, en niets zegt over het gedrag van het slachtoffer. Dit kan een belangrijke boodschap zijn:
Je geeft zorg aan de persoon die het gedrag ondergaat, los van de kleur die je aan de uitvoerder geeft. Een incident kan namelijk sterk ‘binnenkomen’ bij iemand, zelfs al was het zo niet bedoeld. De criteria van het Grenswijs-systeem gebruik je om aan het slachtoffer uit te leggen wat er oké was aan de situatie en wat er niet oké was aan de situatie.
Een slachtoffer kan grensoverschrijdend gedrag op verschillende niveaus ervaren:
Een centrale vraag in de opvang van een slachtoffer is: "Welke zorg heb jij nu nodig?".