Veiligheid en emotionele steun

  • Geef ruimte voor het verhaal en de emoties: "Wat is er gebeurd? Hoe is dit kunnen gebeuren?", "Wat is het effect op jou, op derden?" en "Wat heb je nu nodig om je veilig te voelen?".
  • Geef aandacht en tijd.
  • Gebruik je empathie: bekijk en beleef de situatie door de ogen van je gesprekspartner. Je stelt best open vragen. Geef ook in woorden weer wat de ander beleeft, bijvoorbeeld "Ik merk dat je erg geschrokken bent".
  • Stiltes zijn soms nodig.

Praktische hulp en informatie

  • Regel praktische zaken zoals telefoons, vervoer, vervanging, ...
  • Vraag wat je kan doen om de negatieve gevolgen te beperken.
  • Geef hulp bij eventuele aangifte.
  • Scherm de persoon af voor nieuwsgierige derden.
  • Geef informatie over interne en externe procedures.
  • Geef zicht op mogelijke vervolgstappen.

Vervolgafspraken

  • Wat moet er geregeld worden op korte termijn en op lange termijn?
  • Wie moet hierover geïnformeerd worden?
  • Wie moet bij vervolggesprekken betrokken worden?