Ouders zijn een belangrijke partner bij integriteitsschendingen. Ze zijn de eerste opvoedingsverantwoordelijke en beschikken over het ouderlijk gezag. Maar wat als hun kind niet wil dat er gevoelige informatie aan hen wordt doorgegeven? In gevoelige situaties kan er een spanningsveld ontstaan. Vanuit een begeleidingsperspectief bekeken, is het immers vaak aangewezen dat de ouders betrokken worden. De toegenomen handelingsbekwaamheid van de minderjarige kan dit in een aantal situaties echter bemoeilijken of zelfs beletten.
Zodra een jongere over voldoende oordeelsvermogen beschikt om zelfstandig over de eigen persoonlijkheidsrechten te beschikken, mag niemand, zonder medeweten van de jongere, gevoelige informatie doorgeven aan de ouders.
Als jongeren niet willen dat hun ouders geïnformeerd worden, zal er veel tijd geïnvesteerd moeten worden in overleg.
Het is belangrijk dat er geen breuk ontstaat in de vertrouwensrelatie tussen de begeleider en de jongere. Hecht dus veel belang aan de dialoog om inzicht te krijgen in de reden waarom de jongere niet wil dat de ouders geïnformeerd worden en bekijk samen of dat idee gerechtvaardigd is.
Op basis van een volledige context zal dit, samen met professionele hulpverleners, uitgeklaard moeten worden.
Aan minderjarigen een absolute geheimhouding garanderen ten aanzien van hun ouders kan verdere hulp en begeleiding soms beletten, vandaar dat dit aspect vaak het eerste en belangrijkste aandachtspunt is bij de begeleiding van een jongere.
De ouders van alle jongeren (zowel zij die rechtstreeks, als zij die onrechtstreeks betrokken waren bij het incident) hebben recht op informatie over wat er gebeurd is. Hou er rekening mee dat ouders negatieve emoties en reacties kunnen hebben.
Mogelijks is hun vertrouwen in de organisatie geschonden en zijn ze ongerust of boos dat deze feiten zich hebben voorgedaan.
Ouders hebben er nood aan de organisatie te kunnen vertrouwen in hun aanpak en kunnen zich dus wantrouwig en kritisch opstellen. Ze willen van de voorziening horen dat deze het grensoverschrijdend incident ernstig neemt.
Een open communicatie over het beleid dat de voorziening heeft aangaande het grensoverschrijdend gedrag en over de afspraken die gemaakt zijn om veiligheid voor hun kind te garanderen, zullen het meeste kans geven om het vertrouwen te kunnen behouden of herstellen.
Maak al van bij het begin van de inschrijving of opname duidelijk wat je bij incidenten minstens zal communiceren en hoe.
Bevraag ook de ouders zelf over wanneer en hoe ze geïnformeerd willen worden over incidenten.
Beantwoord hun nood aan hulp en informatie om de (seksuele) ontwikkeling en ervaringen van hun kind te begrijpen.
Denk daarom op voorhand na over volgende zaken:
Vanuit cliëntparticipatie is het van belang om ouders te beschouwen als de belangrijkste partners in de opvoeding.
Waarden en normen rond integriteit en seksualiteit worden immers ook vaak vanuit de thuiscontext meegegeven. Ouders hebben hierdoor dikwijls een bepalende invloed op de context waarbinnen de jongere zich ontwikkelt.
Hen meehebben in het verhaal is daarom essentieel. Naar de ouders luisteren en hun perspectief/visie ruimte geven is belangrijk om afspraken en maatregelen in de begeleiding van de jongere te laten aansluiten op wat mogelijk en haalbaar is in de thuissituatie.
Meer weten?