Je organiseert een ontspannende sportactiviteit voor je groep van 14-jarigen. In de eerste 10 minuten van het spel slaagt Jason er meermaals niet in om de bal te vangen. Dit leidt ertoe dat enkele teamgenoten van Jason met hun ogen draaien en opvallend zuchten. Ze wisselen daarbij ook telkens blikken met elkaar uit.

Wanneer het team op achterstand komt met de score en Jason nogmaals naast de bal grijpt, sist één iemand van de groep: ‘Pff, echt waar, val dood.’.

Is dit over de grens?

Doe een snelle scan om te weten of een situatie al dan niet over de grens gaat.

Hoe schat je deze situatie in?

Niet elke situatie gaat even ernstig over de grens. Soms gaat het zelfs niet over de grens. Soms gaat het ernstiger over de grens en vraagt het meer opvolging. Om de reactie te kunnen afstemmen op de ernst, schat je de ernst van de situatie in op basis van zes criteria. Zo krijgt de situatie een kleur: groen is oké, geel is licht niet oké, rood is ernstig niet oké en zwart is zeer ernstig grensoverschrijdend gedrag.

Hoe reageer jij?

Reageer op incidenten en bied zorg, leerkansen en herstel aan. Oefen op hoe je kan reageren op diegene die over de grens gaat, diegene wiens grens wordt overschreden en op beleidsniveau.
Geef mij een andere situatie