Myrthe is als trainster actief binnen de topsportschool bij de tweede graad. Ze is dit schooljaar net gestart met haar opdracht. Het is haar eerste werkervaring binnen topsport nadat ze afstudeerde als trainer A en master LO & Bewegingswetenschappen.

Enkele sporters hebben het gevoel dat ze nooit iets goed kunnen doen bij haar en dat ze geviseerd worden. Ze vinden dat andere sporters uit hun groep dan weer voorrang krijgen en alleen maar opgehemeld worden.

De sporters die klagen, vinden vooral de manier waarop er feedback wordt gegeven niet fijn. Myrthe gaf Louise opmerkingen voor de hele groep dat schildpadden nog minder sloom zijn dan haar en dat ze precies de hele tijd aan het sloffen is. Ze krijgt elke les ook veel corrigerende tips over haar houding, maar ze hoort nooit eens dat er iets goed is. Karim kreeg dan weer te horen tijdens een nabespreking met de groep dat hij te tenger is voor zijn sport en dat ze precies training geeft aan een skelet. Sil krijgt quasi elke week wel eens de opmerking dat hij echt wel een lomp geval is als hij per ongeluk struikelt of iets laat vallen. Dit is 2 maanden bezig. Deze sporters hebben hierdoor steeds minder zin om te trainen omdat de sfeer hierdoor niet fijn is binnen de groep. De andere sporters herhalen in de kleedkamer soms de uitspraken van de trainster en lachen hiermee. De trainingen zelf vinden ze tof, maar doordat ze deze opmerkingen krijgen, hebben ze het gevoel dat hun trainster hen minder moet hebben. Momenteel ergeren ze zich er alle drie vooral aan, ze negeren het of reageren door met hun ogen te rollen.

Trainster Myrthe is zichzelf niet bewust van de situatie. Ze wil een sfeer creëren waarin er ook eens gelachen kan worden met elkaar. Ze ergert zich soms wel aan Louise, Karim en Sil omdat zij precies niet 100% gemotiveerd zijn om het beste uit zichzelf te halen. Ze heeft het gevoel dat ze het niveau van de groep wat naar beneden halen, hoewel ze alle drie echt wel potentieel hebben om heel goed te worden in hun sport.

Is dit over de grens?

Doe een snelle scan om te weten of een situatie al dan niet over de grens gaat.

Hoe schat je deze situatie in?

Niet elke situatie gaat even ernstig over de grens. Soms gaat het zelfs niet over de grens. Soms gaat het ernstiger over de grens en vraagt het meer opvolging. Om de reactie te kunnen afstemmen op de ernst, schat je de ernst van de situatie in op basis van zes criteria. Zo krijgt de situatie een kleur: groen is oké, geel is licht niet oké, rood is ernstig niet oké en zwart is zeer ernstig grensoverschrijdend gedrag.

Hoe reageer jij?

Reageer op incidenten en bied zorg, leerkansen en herstel aan. Oefen op hoe je kan reageren op diegene die over de grens gaat, diegene wiens grens wordt overschreden en op beleidsniveau.
Geef mij een andere situatie